GGD en RIVM kunnen nog niets zeggen over versnelling boosterprik

De twee organisaties die ervoor moeten zorgen dat de boosterprikcampagne wordt versneld, zoals demissionair coronaminister Hugo de Jonge dinsdag aankondigde, kunnen dinsdagavond nog niet zeggen hoe ze dat gaan doen. De overkoepelende organisatie van de gezondheidsdiensten, GGD GHOR Nederland, is de opzet aan het afronden en wil woensdag de plannen naar buiten brengen. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft ook nog geen informatie.

Het RIVM stuurt het vaccinatieprogramma aan, regelt de distributie van de vaccins en houdt de administratie van de prikken bij. Medewerkers van de GGD'en zetten veel prikken.

De Jonge meldde tijdens de persconferentie over de coronamaatregelen dat iedere 18-plusser uiterlijk in de tweede helft van januari een boosterprik krijgt aangeboden. In de eerdere plannen zou iedereen pas in maart aan de beurt zijn geweest.

Zo'n 13,3 miljoen Nederlanders van 12 jaar en ouder hebben minstens één prik tegen het coronavirus gehad. Van hen hebben iets meer dan een miljoen ook de boosterprik gekregen. Het plan van De Jonge zou erop neerkomen dat in zo'n zes weken tijd ongeveer 12 miljoen mensen hun oppepprik zouden moeten krijgen. Dat komt neer op ongeveer 2 miljoen prikken per week. Ook zou er nog een 'veegronde' moeten komen voor mensen die de komende tijd nog geen boosterprik kunnen krijgen, omdat ze onlangs corona hebben gehad of omdat hun laatste prik te recent was.

Op het hoogtepunt van de eerste vaccinatiecampagne, afgelopen zomer, lukte het de GGD'en om ruim een miljoen prikken per week te zetten. Een GGD-woordvoerder wilde niet ingaan op de vraag of het de gezondheidsdiensten zal lukken om aan de nieuwe vraag van de minister te voldoen.

GGD GHOR Nederland laat weten "nog in beraad" te zijn met alle regionale afdelingen over de uitvoering van die opdracht. "We voeren nog koortsachtig overleg."