Gökmen T. zet zwijgend punt achter strafzaak tramaanslag Utrecht

06 mrt 2020, 15:16 Landelijk
gokmen t zet zwijgend punt achter strafzaak tramaanslag utrecht
ANP
Met een demonstratief stilzwijgen als laatste woord heeft Gökmen T. vrijdagmiddag 'in stijl' een punt gezet achter zijn eigen strafproces, waarin hij deze week terechtstond wegens de tramaanslag vorig jaar in Utrecht. Bij de aanslag - door het OM aangemerkt als terreurdaad - vielen vier doden en raakten meerdere mensen gewond.
De strafzaak tegen T. - die heeft bekend het vuur op de slachtoffers te hebben geopend - was deze week vier dagen lang het toneel van gedrag dat in rechtszalen zelden is te zien. De Utrechter (38) bespuugde op de eerste dag zijn raadsman, schold bij binnenkomst in de rechtszaal het publiek uit, stak zijn middelvinger op naar de voorzitter van de rechtbank en lachte provocerend om de heftige en emotionele verhalen van nabestaanden en slachtoffers. Vrijdag bespuugde hij vlak na de opening van de zitting ook de rechters. Vier dagen lang weigerde hij vragen te beantwoorden.
Donderdag eiste het OM voor de rechtbank in de Domstad levenslange gevangenisstraf tegen de verminderd toerekeningsvatbare T. De aanklaagsters noemden hem "een uiterst gevaarlijk persoon" en het gevaar voor herhaling "aanzienlijk". Direct na de eis klonk van de publieke tribune luid applaus op. Slachtoffers en nabestaanden claimden deze week samen honderdduizenden euro's schade van T.
De verdachte hoorde de strafeis uiterlijk onaangedaan aan. Zijn raadsman André Seebregts vroeg de rechtbank vrijdag geen levenslang op te leggen, maar een tijdelijke celstraf en tbs met dwangverpleging. Gezien de stoornissen die bij T. zijn vastgesteld, is uitgesloten dat hij onbehandeld terugkeert in de samenleving, zei Seebregts. Levenslang zou hem daarom elke kans ontnemen ooit nog vrij man te worden, ook als op zeker moment wordt getoetst of zijn gevangenschap moet voortduren. Zijn stoornissen verhinderen T. bovendien vrijwillig behandeling te ondergaan, zei hij.
De aanklaagsters vonden dat een brug te ver. Volgens hen wordt bij levenslang gestraften na verloop van jaren degelijk gekeken naar hun gedrag en de opstelling als het gaat om de voortzetting van de detentie. Ook vonden zij dat niet mag worden geconcludeerd dat T. door zijn stoornissen na verloop van tijd niet openstaat voor behandeling.
De rechtbank doet 20 maart uitspraak.