De Gouden Koets is vanaf 18 juni te zien in het Amsterdam Museum. Op die dag opent de gelijknamige expositie waar het omstreden rijtuig deel van uitmaakt. De koets is na een restauratie van ruim vijf jaar weer te zien voor publiek. Eerder was al bekendgemaakt dat hij tijdelijk een plek krijgt in het museum, dat de koets tot februari volgend jaar in bruikleen heeft.
Het rijtuig - dat traditiegetrouw wordt gebruikt op Prinsjesdag - raakte eerder in opspraak vanwege het ‘koloniale’ zijpaneel. Aangezien hij tot en met 27 februari volgend jaar in het museum blijft staan, keert de koets ook dit jaar nog niet terug in het straatbeeld op de derde dinsdag van september.
Naast de historie van de koets besteedt het museum aandacht aan het debat over de toekomst ervan. Zo komen er vragen voorbij over of het wenselijk is dat de koets blijft rijden op Prinsjesdag en tijdens Oranjehuwelijken en inhuldigingen, of het rijtuig aanpassingen nodig heeft of dat het thuishoort in een museum. Het museum vraagt bezoekers hun opvattingen hierover te delen. Eerder liet koning Willem-Alexander weten dat hij de discussie over de koets volgt, maar er niet aan deelneemt.
De Gouden Koets komt te staan in een glazen ruimte op de binnenplaats van het museum. Bezoekers kunnen hem hier van dichtbij bekijken. In de zes omliggende museumzalen, die allen uitzicht hebben op het rijtuig, worden uiteenlopende verhalen verteld. Zo wordt uitgelegd dat elke vierkante centimeter van de koets een symbolische betekenis heeft, worden de makers belicht en het gebruik ervan. Verder zijn er honderden cultuurhistorische objecten te zien, schilderijen, Oranjesnuisterijen, kledingstukken, spotprenten, foto's en bewegende beelden.
De koets was een geschenk van de Amsterdamse bevolking aan koningin Wilhelmina bij haar inhuldiging. Het groot onderhoud begon in 2016. Specialisten uit binnen- en buitenland werkten aan de koets, waarvoor bij de Koninklijke Stallen in Den Haag ook een restauratieruimte was ingericht.