De mortiergranaat waardoor in Mali twee militairen bij een ongeluk omkwamen, blijkt meer gebreken te hebben. Dat komt naar voren uit onderzoek van Defensie. Het ministerie bekijkt of juridische stappen tegen de fabrikant mogelijk zijn, schrijft minister Ank Bijleveld aan de Tweede Kamer.
Tijdens de missie in Mali kwamen medio 2016 twee militairen om en raakte een derde van de Luchtmobiele Brigade zwaargewond toen een 60 mm mortiergranaat in de schietbuis ontplofte. Uit onderzoek van het Kenniscentrum Wapens en Munitie blijkt "onnauwkeurige maatvoering van verschillende onderdelen van de granaten". Deze gebreken zouden de oorzaak kunnen zijn van het ongeval.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) ontdekte eerder al gebreken. Die meldde eerder al dat het ontwerp van de granaat zwakke plekken kent. Ook werden de projectielen in Mali verkeerd opgeslagen. De granaten worden niet meer gebruikt door Defensie, maar het leger heeft nog wel een voorraad van 11.000 stuks. Er komt een plan om de projectielen veilig te vernietigen.
De granaten zijn in 2006 met spoed aangekocht voor de missie in Afghanistan. Destijds is hiervoor een speciale procedure gevolgd. De gebruikelijke kwaliteitstoetsen zijn toen niet uitgevoerd en ook werd er onvoldoende gehandeld toen er signalen kwamen dat de granaten gebreken vertoonden, aldus de OVV in een vernietigend rapport waarna toenmalig minister Jeanine Hennis van Defensie ontslag nam.
De Bulgaarse fabrikant is op de hoogte gesteld van de nieuwe gebreken evenals de NAVO-partners. "Ik ben mij ervan bewust dat hier eerder had moeten worden gehandeld. Met alle betrokkenen zal over deze gang van zaken worden gesproken", laat Bijleveld de Kamer weten.