Minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) vindt niet dat provinciebesturen die pas aangekondigde stikstofmaatregelen alweer hebben ingetrokken, gezwicht zijn voor intimidatie door protesterende boeren. Het zou volgens hem "indruisen tegen de beginselen" van onze rechtstaat als geweld op die manier zou lonen.
Bij het vragenuur in de Tweede Kamer moest Grapperhaus uitleg geven over vermeende verschillen in aanpak van boeren en klimaatactivisten bij recente betogingen. Kamerlid Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren stelde dat boeren meer ruimte krijgen om gebruik te maken van hun demonstratierecht, en daarbij ook nog erg makkelijk hun zin krijgen. "Leven wij in een tractorstaat?", vroeg zij de minister.
"Wij leven in een rechtsstaat", antwoordde Grapperhaus. "Het is dus niet zo dat als je een groot apparaat hebt, dat je daarmee je gelijk haalt." Hij noemde het geweld bij boerenprotesten in Groningen "uit den boze" en benadrukte dat politie en justitie daar onderzoek naar doen. " Eigenrichting accepteren we niet", aldus de bewindsman.
Grapperhaus bestreed ook dat klimaatactivisten harder worden aangepakt dan boeren. Hij wees op "wezenlijke verschillen" tussen de voorbeelden die Ouwehand aanhaalde. Boeren die op 1 oktober demonstreerden in Den Haag, deden dat op het Malieveld, de plek die door de burgemeester was aangewezen. Klimaatactivisten die vorige week in Amsterdam werden opgepakt, betoogden op een plek waar dat niet mocht, aldus de minister.