De griepprik die voor het lopende griepseizoen werd ontwikkeld, lijkt volgens gezondheidsinstituut RIVM beter te werken dan verwacht. Aanvankelijk waren er wat zorgen over, want er was een zogenoemde 'mismatch' tussen de virussen waartegen de prik moest werken en de virussen die uiteindelijk de kop hebben opgestoken. Maar de effectiviteit varieert volgens voorlopige gegevens van 35 tot 36 procent voor de verschillende virustypes en dat is zo'n beetje vergelijkbaar met de doelmatigheid bij de afgelopen tien griepepidemieën.
Er zijn heel veel verschillende griepvirussen. In februari van elk jaar kijken wetenschappers op welke griepvirussen de komende winter moet worden gerekend. Vier van die virussen worden dan (in onschadelijke stukjes ervan) in de aanstaande griepprik verwerkt, zodat een gevaccineerde gewapend is. Maar de genetische code van het griepvirus verandert doorlopend en er zit nogal wat tijd tussen de samenstelling en het tijdstip waarop kwetsbaren en 60-plussers worden opgeroepen om de vaccinatie te halen.
Daarbij was de keuze deze keer moeilijker, doordat er al langere tijd minder griep was als gevolg van de coronamaatregelen. Er was daardoor minder informatie over de eisen waaraan het vaccin deze keer zou moeten voldoen. Medio maart werd bekend dat in Nederland een griepepidemie is begonnen.