Nabestaanden en naasten van slachtoffers van bijvoorbeeld misdrijven, verkeersongelukken en medische missers kunnen voortaan aanspraak maken op smartengeld. Na de Tweede heeft ook de Eerste Kamer daarmee ingestemd. De senaat deed dat met algemene stemmen.
Slachtoffers zelf konden al smartengeld krijgen, maar nu komen ook hun naasten daarvoor in aanmerking. De rechter kan daders straks veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding van 12.500 tot 20.000 euro, afhankelijk van de ernst van het aangedane leed.
Bij immateriële schade of leed in civiele zaken, waarvoor bijvoorbeeld een bedrijf, ziekenhuis of automobilist aansprakelijk is, dekt een verzekeraar vaak de schade. Plegers van bijvoorbeeld een gewelds- of zedenmisdrijf moeten zelf betalen. Is de dader daartoe niet in staat, dan schiet de Staat het smartengeld voor en verhaalt dat vervolgens op de dader.
In veel andere landen was er al een regeling voor deze zogeheten 'affectieschade'. De laatste jaren groeit in de Nederlandse rechtspraak de aandacht voor het slachtoffer en zijn of haar naasten. Acht jaar geleden keerde de Eerste Kamer zich nog tegen een smartengeldregeling voor nabestaanden en naasten, uit angst dat een 'claimcultuur' naar Amerikaans voorbeeld zou ontstaan. Dat bezwaar speelt nu minder op omdat de hoogte van het smartengeld beter is afgebakend, evenals de groep die daarvoor in aanmerking komt.
Het Fonds Slachtofferhulp is ,,ongelooflijk blij dat dit nu eindelijk is gelukt''. Door deze ,,mooie mijlpaal'' kunnen ,,nabestaanden en naasten in de toekomst rekenen op een redelijke tegemoetkoming'', zegt directeur Ineke Sybesma. ,,Een vergoeding zal het veroorzaakte leed niet wegnemen, maar kan wel bijdragen aan erkenning en genoegdoening en helpen bij de verwerking.''