De overgrote meerderheid (bijna 90 procent) van de volwassen Nederlanders zegt gelukkig te zijn. Bijna negen op de tien volwassenen waardeert het eigen geluk met een rapportcijfer 7 of hoger. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat het geluksgevoel sinds 2013 bijhoudt en constateert dat het stabiel is. Aanleiding voor de publicatie is de Internationale Dag van het Geluk dinsdag, in 2013 door de Verenigde Naties in het leven geroepen.
Het CBS baseert zijn conclusies op een enquête waaraan ruim 7000 mensen meededen. Zij gaven op een schaal van 1 tot en met 10 aan hoe gelukkig zij waren. Bij een score van 7 of hoger spreekt het CBS van 'gelukkig’, bij een score van 5 of 6 is dat 'niet gelukkig, niet ongelukkig’ en bij scores van 1 tot en met 4 is dat 'ongelukkig'. Volgens een woordvoerster van het CBS betreft het een representatieve steekproef over een langere tijd en niet op een moment, ,,zodat we niet alleen meten als bijvoorbeeld Feyenoord keihard verliest en iedereen 's avonds huilend naar bed gaat.''
Vooral een goede gezondheid en sociale relaties dragen bij tot geluk. Personen met een Nederlandse achtergrond zijn vaker gelukkig dan personen met een niet-westerse migratieachtergrond. Personen met een westerse migratieachtergrond zijn even vaak gelukkig als personen met een Nederlandse achtergrond. Hoogopgeleiden zijn vaker gelukkig dan laagopgeleiden.
Mensen met een uitkering geven vaker aan ongelukkig te zijn dan werkenden. Dit hangt samen met hun gezondheid, hun financiën en hun dagelijkse bezigheden. Van de werkenden geeft 84 procent aan tevreden te zijn met het werk.
Van de ondervraagden zegt 3 procent ongelukkig te zijn. De overige 7 procent zit er ergens tussenin en noteerde een 5 of 6 als cijfer.