In Roemenië zijn maandagavond 1400 NAVO-parachutisten geland, onder wie zo'n honderd Nederlanders. Ze deden mee aan de oefening Swift Response, de grootste luchtlandingsoperatie in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog.
Het doel was om de vliegbasis bij Turda in te nemen op 'vijandige' troepen. Die werden in dit geval gespeeld door de Roemenen. De Nederlandse parachutisten vertrokken samen met collega's uit Duitsland, Frankrijk, Spanje, de Verenigde Staten en Roemenië vanuit Hongarije en werden gedropt boven een groot open terrein in de buurt van het vliegveld. De Duitsers namen de leiding bij de operatie, gevolgd door de Nederlanders.
Overste Jeroen, van de Nederlandse 11 Luchtmobiele Brigade, was een van de paratroepers in Roemeens Transsylvanië. Hij vertelt dat iedere militair met gemiddeld 40 kilo bagage werd gedropt. Los van een Nederlands vliegtuig dat door een technisch mankement moest omkeren, verliep de oefening volgens hem "uitstekend". "We moesten even reorganiseren, maar daar plan je altijd op." Ook de samenwerking met de andere landen zou "prettig" zijn.
De oefening is volgens Jeroen een nadrukkelijk signaal aan de Russen, die ruim twee jaar geleden buurland Oekraïne binnenvielen. "Er zit ergens een denkbeeldige vijand, die heeft het materieel wat de Russen hebben en gebruikt de doctrine die de Russen hebben, zodat we ons daar toch wel op kunnen voorbereiden."
Hij denkt ook dat Poetin en het Kremlin meekijken naar dit soort oefeningen. "Dat is ook een reden waarom we dit doen, om te demonstreren wat we kunnen: dat we snel over langere afstand mensen op de grond kunnen zetten die infrastructuur kunnen overnemen en problemen kunnen oplossen."
De overste zegt dat alle militairen beseffen dat dit niet alleen een oefening is, maar ook zomaar werkelijkheid zou kunnen worden als de oorlog tussen Rusland en Oekraïne verder escaleert. "Dat realiseren we ons en zo benaderen we dit ook."