De overheid moet het vertrouwen van de burger terugwinnen, vindt politiek Den Haag. Onder meer het toeslagenschandaal en de gevolgen van de Groninger gaswinning hebben er bij veel burgers zo diep ingehakt, dat dit nooit meer mag gebeuren, zo is de eensgezinde mening. In de verkiezingsprogramma's worden hier veel grote woorden aan besteed. Over concrete oplossingen om de overheid beter, eerlijker en meer ten dienste van de burger te laten functioneren en om het contact tussen overheid en burger te verbeteren, zijn partijen vager. Die moeten wel leiden tot meer vertrouwen van burgers in de overheid, verwachten ze. Of op zijn minst tot herstel in dat vertrouwen.
"Regering en overheid zijn de afgelopen jaren op een groot aantal dossiers tekortgeschoten tegenover de burgers van Nederland", zo staat in het programma van Nieuw Sociaal Contract (NSC) van Pieter Omtzigt. De eerste prioriteit van de partij is "een grondige renovatie van het Nederlandse openbaar bestuur, om te voorkomen dat wanbeleid nieuwe slachtoffers maakt".
"De overheid heeft zich tegenover toeslagenouders en de Groningers onbehoorlijk gedragen", erkent de VVD in zijn verkiezingsprogramma. "Het onrecht dat zowel toeslagenouders als Groningers is aangedaan zetten we waar mogelijk snel recht", voegen de liberalen daaraan toe. De VVD maakte de afgelopen dertien jaar deel uit van de regering. In "onze liberale democratie moet die overheid altijd handelen vanuit rechtsstatelijkheid, dienstbaarheid, menselijkheid en de menselijke maat", vindt de VVD.
"De sociale staat van Nederland schreeuwt om herstel gebaseerd op vertrouwen, respect en solidariteit", zegt Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA). Als de overheid vertrouwen schenkt in burgers wordt volgens de partijleider de basis gelegd "om van burgers ook weer vertrouwen te krijgen."
BBB heeft het over een "diepe vertrouwenscrisis tussen burger en overheid". De PVV wil af van een "almachtige overheid die mensen vermorzelt zoals in het toeslagenschandaal" en naar een overheid die er voor haar burgers is. D66 wil dat vertrouwen weer het uitgangspunt van beleid wordt, in plaats van het huidige wantrouwen. "Een overheid die inwoners vertrouwt, legt een basis voor vertrouwen in de overheid."
De partijen dragen ook oplossingen aan, waarvan sommige vrij concreet zijn, en andere helemaal niet. "Bij wetten en regels bevorderen we de menselijke maat. Hardvochtige effecten van wet- en regelgeving moeten we te allen tijde voorkomen", wil bijvoorbeeld de VVD. De liberalen willen ook niet meer dat mensen die onbedoeld een fout maken, meteen als fraudeur worden bestempeld. Daar zijn deze zes partijen het over eens.
Zij willen daarnaast dat de overheid nabij, dienstbaar en transparant is. Naast digitale loketten moeten burgers bijvoorbeeld altijd met hun overheidsvragen of problemen met de overheid bij een fysiek loket terechtkunnen.
Om de (grond)rechten van mensen beter te beschermen, moeten wetten grondwettelijk worden getoetst, vinden NSC, GL-PvdA en BBB. NSC wil daartoe een constitutioneel hof oprichten. GL-PvdA en BBB vinden dat overbodig en willen deze taak toevoegen aan het werkpakket van rechters.
De overheid moet fouten erkennen, daarvan leren en fouten herstellen, vinden de zes partijen. Ook dat draagt volgens hen bij aan het herwinnen van vertrouwen. Voor kritiek en suggesties van ambtenaren en uitvoeringsorganisaties moet de overheid openstaan. Alle partijen willen tevens dat beter wordt geluisterd naar burgers. Zoals BBB het in haar verkiezingsprogramma schrijft: "De overheid moet zich niet alleen tijdens verkiezingstijd, maar ALTIJD, interesseren voor de mening en problemen van burgers."