De gevolgen van de coronaregels zijn niet langer verantwoord voor jongeren. Daarom moeten zij met voorrang sneltesten kunnen doen. Met bewijzen van negatieve testuitslagen kunnen scholen, buurthuizen, studiezalen en sportclubs voor deze groep worden heropend.
Dat stellen de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema en zes andere prominenten in een opiniestuk in de Volkskrant. Volgens de zeven trekken jongeren aan het kortste eind bij het bestrijden van de coronapandemie. "De levensstijl die bij jong zijn hoort - uitgaan, nieuwe en vreemde mensen ontmoeten, dicht op elkaar zitten, bij elkaar slapen - staat namelijk boven aan de lijst van verboden coronagedrag. Wij vinden dat niet langer verantwoord. De mentale en sociale impact van de lockdown is voor jongeren hevig en tast ook het welzijn van onze samenleving aan."
Ze schrijven dat het leed door de lockdown zich niet meer beperkt tot de meest kwetsbare jongeren. De initiatiefnemers van het opiniestuk wijzen op scholieren die misschien blijven zitten, studenten die hun studie in isolement volgen en starters voor wie werkloosheid dreigt. "De afgelopen tien maanden is jong zijn bijna synoniem geworden met kwetsbaar zijn en raken jongeren op achterstand en in grote problemen."
Ze vinden dat als er nieuwe vrijheden ontstaan, jongeren vooraan moeten staan. "De technologie van sneltesten helpt ons daarbij, zeker als we de ruime capaciteit die er is zo gebruiken dat jongeren ervan profiteren."
Verder pleiten de zeven voor het oprekken van de leeftijdsgrens voor het georganiseerd buitensporten naar 25 jaar. Nu is dat 18 jaar.
Naast Halsema is het opiniestuk ondertekend door ziekenhuisdirecteur Maurice van den Bosch (OLVG), voorzitter Jet Bussemaker van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, hoogleraar polarisatie en veerkracht Hans Boutellier, voorzitter van de Sociaal-Economische Raad Mariëtte Hamer, pedagoog Micha de Winter en Maurice Knijnenburg, voorzitter van de Nationale Jeugdraad.