Het zou "buitengewoon elegant" zijn als Tweede Kamervoorzitter Martin Bosma de opvatting van het parlement over excuses voor het slavernijverleden nog eens zou herhalen. Dat zei de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema donderdag in een commissievergadering van de gemeenteraad.
"De Kamer adviseerde in een brief aan de premier om als regering excuses te maken voor de rol in het slavernijverleden. Aangezien dat de opvatting van de Tweede Kamer is, zou ik het buitengewoon elegant vinden als de voorzitter die opvatting van de Kamer nog een keer herhaalt."
Halsema vindt wel dat Bosma welkom is bij de herdenking van het slavernijverleden, omdat er volgens haar onderscheid moet worden gemaakt tussen een instituut en een persoon. "De voorzitter van de Kamer moet daarom verschijnen als symbool van de Kamer."
Tegelijkertijd benoemde de burgemeester het "onterecht en pijnlijk" te vinden "wat de zwarte gemeenschap is aangedaan door middel van uitspraken". Ze benadrukte verder het van groot belang te vinden dat de herdenking op 1 juli in "grote waardigheid" en "met respect" kan plaatsvinden.
Tijdens een eerdere vergadering zei Halsema al dat het belangrijk is dat het hoogste orgaan van ons land, het parlement, vertegenwoordigd is bij nationale herdenkingen. "Ik vind dat je dat niet politiek moet maken", zei ze toen. "Deze keer is het deze voorzitter, de volgende keer is het een volgende voorzitter."
Op 19 december 2022 maakte premier Mark Rutte namens de regering excuses voor het slavernijverleden. Op 1 juli vorig jaar deed koning Willem-Alexander dat ook tijdens de slavernijherdenking in het Oosterpark.
Deze week vroegen meerdere organisaties de Tweede Kamer, de gemeente Amsterdam en het NiNsee om niet Bosma maar een vervanger te sturen naar de herdenking van het slavernijverleden op 1 juli. Volgens de organisaties "onteert" Bosma de plechtigheid, gezien zijn uitspraken uit het verleden. Het NiNsee heeft Bosma vervolgens gevraagd "te reflecteren" op zijn eerdere uitspraken en "een gebaar" te maken.
In zijn rol als PVV-Kamerlid keerde Bosma zich eerder tegen het opzetten van een fonds voor bewustwording over het slavernijverleden. Hij sprak onder meer over "slavernijgedram". Volgens de briefschrijvers heeft Bosma bovendien een "reputatie van racisme".