De afschaling van de dienstregeling voor treinen dit najaar en in 2023 valt slecht bij staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur). In een "indringend" gesprek met de NS heeft ze samen met het ministerie van Financiën erop gehamerd dat het belang van de reiziger voorop moet staan. De NS moet er alles aan doen om de problemen snel op te lossen en de vermindering van het aantal treinen zoveel mogelijk te voorkomen, schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.
De NS heeft vooral last van een groot tekort aan personeel. Er zijn ongeveer 1400 vacatures op allerlei onderdelen, waarvan 440 voor de functie van hoofdconducteur en 250 voor machinisten. De NS kampt met uitstroom door pensionering en uitval door ziektegevallen. De instroom van nieuw personeel blijft achter, net zoals dat het geval is in andere sectoren en bij andere vervoerders, schrijft Heijnen. Ze vindt het wel terecht dat de NS kiest voor een afschaling om voorspelbaar te blijven voor reizigers, zodat zij niet op het laatste moment zonder trein komen te zitten.
Ondanks de problemen zal de bewindsvrouw de NS zoveel mogelijk houden aan de afspraken die zijn gemaakt over de inzet van treinen. Die afspraken staan onder druk, zo heeft de NS al aangegeven. Zo zullen ook minder treinen rijden op de hogesnelheidslijn (HSL) tussen Amsterdam en Antwerpen, met name in het weekend en in de avond. Zo spaart de NS personeel uit dat op andere routes kan werken. Heijnen kan de overweging volgen maar noemt het een "ongewenste situatie".
Heijnen wil dat de NS de afschaling goed afstemt met andere vervoerders om het nadeel en de overlast voor de reiziger te beperken. Ook moet de organisatie advies vragen aan consumentenorganisaties en decentrale overheden en die meenemen in de aanpak.