Op 1 februari is het 70 jaar geleden dat de dijken langs de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden braken tijdens springtij en een zware zuidwesterstorm. De Watersnoodramp was het gevolg, waarbij 1836 mensen om het leven kwamen in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant en een enkeling in Noord-Holland. Overal in de betrokken provincies wordt de ramp van 1953 de komende tijd herdacht. De NTR start vrijdag als eerste met de vierdelige documentaire Het water komt, gepresenteerd door Winfried Baijens, Zeeuw van afkomst.
Het water komt, op vier achtereenvolgende vrijdagen, toont archiefmateriaal en ooggetuigenverslagen. De uitzendingen belichten hoe de ramp kon gebeuren, waarom het gevaar vooraf onvoldoende is onderkend en wat er is geleerd van de Watersnoodramp. De NTR heeft ook zeven podcasts gemaakt vanuit steden die ook ooit te maken hadden met watersnood, zoals Nijmegen, Marken, Valkenburg en Zwolle.
Herman van der Zandt neemt voor de NOS op 30 januari het stokje over met vijf dagelijkse korte uitzendingen na het Journaal van 20.00 uur. De kijker wordt meegenomen naar 1953, aldus de NOS. Wat gebeurde er en hoe hoorde Nederland dat? Hoe kwam de hulpverlening op gang, terwijl ongeveer 150.000 hectare grond onder water was verdwenen en tienduizenden woningen waren verwoest? Van der Zandt wordt bijgestaan door verslaggever Martijn Bink en deskundigen.
Op 1 februari is prinses Beatrix bij de herdenking in Oude-Tonge op Goeree-Overflakkee. In dit dorp kwamen 305 mensen om het leven. Beatrix is bij de kerkdienst en de kranslegging en spreekt daarna met overlevenden van de ramp en nabestaanden. De NOS laat beelden van die herdenking rechtstreeks op televisie zien, maar zendt zelf uit vanaf Schouwen-Duiveland in Ouwerkerk bij het Nationaal Monument Watersnood 1953 en het Watersnoodmuseum, waar eveneens een grote herdenking is. In Ouwerkerk werd het laatste stroomgat (een diepe doorbraak) in een zeedijk gesloten. Dit jaar krijgen alle 96 stroomgaten van toen op de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden een QR-code, zodat toeristen kunnen lezen wat er op die plek precies is gebeurd in de rampnacht van 30 januari op 1 februari.
Vrijwel alle bij de Watersnoodramp betrokken dorpen en gemeenten houden op 1 februari ook een eigen herdenking. Het Watersnoodmuseum opent de tentoonstelling Ik ben van 1953, die voorwerpen uit die tijd koppelt aan mensen. Er verschijnen in de loop van het jaar lespakketten voor scholen en er zijn lezingen en symposia. "Nadrukkelijk komt de toekomst van water ook aan de orde. Want hoe Nederland omgaat met water is actueler dan ooit", aldus directeur Siemco Louwerse van het Watersnoodmuseum.