"Hoe kan ik nou als toekomstig beleidsmaker iets betekenen voor een doelgroep die ik niet heb leren kennen?"

13 jan 2022, 9:25 Landelijk
afbeelding1
Privé
Tot zijn vijftiende wilde Sjim Romme arts worden, maar hij vond biologie helemaal niks. Zijn interesse in gezondheid en om iets te kunnen betekenen voor een ander, heeft er altijd gezeten. Tijdens zijn studie Gezondheidswetenschappen miste hij het contact met patiënten. Zo ontstond het idee voor de Stichting Mens Achter de Patiënt, die met hun onderwijsmodules ervoor zorgt dat de stem van de patiënt een rol speelt in het onderwijs. Hierdoor ontstaat er meer kennis over hoe het nou echt is om ziek te zijn.
Tijdens de eerste anderhalf jaar van zijn studie in Maastricht heeft Sjim geen enkele patiënt gezien of gesproken. Dit was een grote teleurstelling en voelde ook heel tegenstrijdig. “Je doet een opleiding met als doel patiënten te helpen en wie spreek je niet? Dat zijn de patiënten. Hoe kan ik nou als toekomstig beleidsmaker of manager binnen de zorg iets betekenen voor een doelgroep die ik niet heb leren kennen?”

Leren wat ziek zijn betekent

Sjim sprak hierover met een medestudent en ook hij miste dit. En zo ontstond het idee om onderwijs te ontwikkelen waarbij je van ervaringsdeskundigen leert wat ziek zijn betekent en hoe de zorg daarin het verschil kan maken. “Concreet betekent dit dat je met twaalf studenten in gesprek gaat met vier mensen die een of meerdere chronische ziektes hebben. Die vertellen je niet over hun fysieke klachten en bloedwaardes, maar wat er door hun ziekte in hun leven is veranderd op het gebied van werk, vrienden en gezin. Daar zijn we in de huidige zorg niet mee bezig.”
De stichting is in 2017 opgericht en inmiddels volgen 1.300 studenten van acht verschillende onderwijsinstellingen jaarlijks hun onderwijs modules. “Als zorgverleners is het belangrijk dat we luisteren naar de behoeften van de patiënt in plaats van het afdraaien van een revalidatieprogramma. Het maakt meer indruk dan theorie als je op huisbezoek gaat en met iemand in gesprek gaat die het zelf allemaal ervaart.”
Onlangs heeft de stichting, in samenwerking met SHE, de allereerste Marja van Dieijen award gewonnen, die werd uitgereikt door het Maastricht UMC+,. “De onderwijsmodules zijn niet alleen nuttig voor studenten. Mensen met chronische ziekten zijn vaak eenzaam en werken niet meer. Dat studenten bij hun langskomen en iets van ze leren, is voor hen en eventuele partners ook een opsteker. Ze leren hoe ze zich als patiënt kunnen opstellen en hoe ze meer gedaan krijgen met hun chronische ziekte. Zij halen er ook wat uit, en dat gaan we nu verder uitdiepen, een soort van zelfmanagementprogramma voor patiënten. Daar hebben we de prijs voor gewonnen.”

Waarom sta je in de ochtend op?

“Ik ben een ochtendmens en denk vrijwel elke ochtend: yes, ik mag weer. Wat ik mooi vind aan de zorg, is dat het iedereen raakt. Iedereen heeft of krijgt met de zorg te maken. Als je chronisch ziekt bent, dan moet je een heel leven met die ziekte leven. Dan is het heel belangrijk dat een arts empathisch vermogen heeft. Zo’n ziekte raakt iedereen en maakt kwetsbaar. Het is een relevant thema waar ik me graag mee bezig houd en daarom vind ik het leuk om mijn bed uit komen.”

Wat houd je momenteel bezig?

“Ik ga volgende maand een maandje proef samenwonen met mijn vriendin. Ik woon in Eindhoven en zij in Rotterdam. We zien elkaar in de weekenden. We willen niet meteen onze huizen opzeggen, dat vinden we wat rap. We gaan even kijken hoe het is, maar ik kijk er vol vertrouwen naar uit.”

Hoe zorg je goed voor jezelf?

“Door wekelijks op zaterdagochtend een reflectiemoment in te plannen, daar houd ik heilig aan vast.” Wat doe je dan? “Ik stel mezelf drie vragen: Waar was je trots op de afgelopen week? Waar baal je van? En hoe ga je ervoor zorgen dat je hier in de aankomende week geen last meer van hebt? Ik slaap eerst uit en dan heb ik twintig minuten mijn reflectiemoment. Ik vind het belangrijk om stil te staan bij hoe ik me voel en hoe het met me gaat. Verder zorg ik ook goed voor mezelf door leuke mensen om me heen te verzamelen. Ik ben wereldkampioen leuke vrienden hebben. Dat houdt mij gezond.”

Wat deed je als kind graag?

“Ik was echt een feestbeest.” Ik bedoel toen je nog jong was. “Als kind ben ik opgegroeid op een boerderij, dus ik kon heerlijk buiten ravotten en kastelen bouwen in het gras. Ik was echt wel een buitenspeler. En ik heb van jongs af aan ontzettend veel gelezen. Ik las zeker een uur voordat ik ging slapen.”

Wat doe je elke ochtend als vast ritueel?

“Ik eet altijd een bak havermout met blauwe bessen en ik drink een cappuccino. Soms ga ik sporten. Verder probeer ik iedere ochtend te beginnen met de grootste of belangrijkste taak van de dag. Dat doe ik dan eerst in plaats van wat mailtjes wegtikken.”

Wat waardeer je aan jezelf?

”Ik ben goed in het meekrijgen en enthousiasmeren van mensen. Daar ben ik blij om, want dat geeft kleur aan mijn leven. Met dat enthousiasme kan ik iets teweegbrengen.”

Je mag een mentor uitkiezen. Wie zou dat zijn en waarom?

“Mijn middelbare school docent van levensbeschouwing. Ik was best een beetje een rebel en zoekende op veel gebieden en toen ik in de derde zat werd hij ook mijn mentor. Hij was acht jaar ouder dan ik. Hij was de eerste volwassene waarvan ik dacht: als ik over acht jaar mag zijn waar jij nu bent, dan ben ik daar heel blij mee. Hij leeft echt vanuit het hart en staat in contact met zijn gevoel. Dat vond ik heel inspirerend, dat je ook zo volwassen kan worden in plaats van heel verstandig met een baan.” Hoe heet hij? “Stijn Westrik.”

Wat kook je het liefste?

“Ik vind een zoete aardappel stamppot met geitenkaas en walnoten wel heel erg lekker. En zongedroogde tomaatjes!”

Stel, vanavond is je laatste avondmaal. Wat zou je willen eten, met wie en waar ga je het over hebben?

“Dat is niet de stamppot, want als het mijn laatste maal is, dan zou ik gaan voor de paddenstoelen risotto die mijn beste vrienden weleens maken. Ik zou met vijf vrienden gaan eten. Ik heb niet iets wat ik nog moet zeggen, dus ik zou nogmaals zeggen wat ze voor me betekenen. Het wordt een leuke avond waar we zoals altijd samen van genieten. Oh, en mijn vriendin is ook uitgenodigd.”