Hoe zit het met de toekomst van bellen? Uit onderzoek blijkt dat jongeren liever appen of sms sturen

De smartphone bestaat inmiddels zo'n vijftien jaar in Nederland en is voor veel mensen uitgegroeid tot een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven. Met een paar kliks kunnen we alles opzoeken wat we willen en altijd met elkaar in contact blijven, waar en wanneer we maar willen. De vaste telefoon in huis hebben velen dus niet meer nodig, maar bellen blijkt tegenwoordig sowieso niet meer zo populair te zijn. Onderzoek wijst uit dat jongeren liever appen of een sms sturen dan telefoneren. Zal bellen in de toekomst helemaal verdwijnen?

NOS deed een kleine steekproef bij een Bredase studentenvereniging om te kijken hoe er onder jongvolwassenen wordt gedacht over bellen. Er bleek veelvuldig sprake te zijn van belangst. ‘‘Als ik het kan vermijden, doe ik het,’’ vertelt Jeppe. Sam voegt daaraan toe dat appen makkelijker is en dat je dan pas hoeft te reageren als je er zin in hebt. Mats benadrukt dat het niet nodig is om te bellen. Je kunt immers altijd gewoon appen of een sms versturen .

Zal er straks dan helemaal niemand meer bellen? Uit cijfers blijkt dat niet het geval te zijn. Hoewel er nog amper via de vaste telefoon wordt gebeld, afgezien van een kleine opleving tijdens de coronacrisis, belden Nederlanders in 2021 alsnog 1,6 miljard minuten via de vaste lijn. Dat blijkt uit cijfers van de Autoriteit Consument en Markt. In diezelfde periode werd er 12,4 miljard minuten mobiel gebeld, een stijging van 7 procent. Het aantal mobiele belminuten stijgt al jaren en dat is zonder internetbelminuten via apps als Facetime, Skype en Whatsapp meegeteld.

Onderzoeksbureau Motivaction onderzocht een aantal jaar geleden het communicatiegedrag van jongeren tussen de 18 en 30 jaar. Wat bleek? Ruim 89 procent stuurt eerder een berichtje naar vrienden dan dat ze bellen. Zo’n 38 procent vindt het zelfs eng om te bellen, tegenover 15 procent van Nederlanders boven de 30. Hoogleraar mediaopvoeding Peter Nikken stelt dat dat niet gek is. "Jongeren zitten in een fase met veel onzekerheid. Ze zijn zichzelf aan het ontwikkelen: wie ben ik, wie ben ik aan het worden? Die onzekerheid vertaalt zich in moeilijker contact leggen met anderen, zeker met vreemden. Via de telefoon moet je echt een gesprek voeren. Je ziet de ander niet direct in de ogen en moet steeds een goed antwoord teruggeven. Dan hebben ze zoiets van: dan maar niet bellen. Zeker nu er zoveel andere mogelijkheden zijn waarbij je meer controle hebt over je communicatie."

Business coach Claudia Bouwens begrijpt waar belangst vandaan komt. Zij geeft beltrainingen aan mensen uit het bedrijfsleven die opkijken tegen een telefoongesprek. "Ik merk dat mensen het steeds moeilijker vinden om te bellen. We kunnen van alles met de telefoon; appen, swipen, snappen. Tien cijfers intoetsen om een echt gesprek met elkaar aan te gaan, dat vinden we heel lastig."

De cijfers laten zien dat ondanks de belangst, veel Nederlanders, en dus ook jongeren, meer zijn gaan telefoneren. Hoogleraar Nikken vermoedt dan ook dat belangst vooral een generatiekwaal is die bij de meeste mensen vanzelf weer verdwijnt. "Vroeger was het net zo goed dat jongeren zich vaak onzeker voelden en daarom niet zo graag belden. Maar toen hadden ze geen andere keuze, behalve een brief schrijven."