Nederland heeft tot nu toe 177 visa verstrekt aan mensen uit het aardbevingsgebied in Turkije en Syrië die tijdelijk bij familie in Nederland willen intrekken. Dat heeft minister Wopke Hoekstra van Buitenlandse Zaken gezegd in de Tweede Kamer. De aanvragen worden volgens de bewindsman veel sneller behandeld dan normaal: in "een dag of tien" in plaats van acht tot tien weken.
Minister Hoekstra kreeg vragen van DENK-Kamerlid Tunahan Kuzu. "Het gaat om mensen die alles zijn verloren. Mensen die eventjes op adem willen komen. Mensen die even willen wegtrekken uit de stress en het trauma van de dag." SP'er Jasper van Dijk was ook kritisch: "Wat houdt nou die voorrang concreet in om te voorkomen dat het een lege huls is waar de mensen niks aan hebben?" Songül Mutluer van de PvdA wilde weten of er genoeg is geregeld voor mensen die door de aardbeving zonder de juiste papieren zitten.
Hoekstra zegt dat er wel degelijk grote stappen zijn gezet om deze groep te helpen. De aanvragen worden sneller behandeld, in Turkije zijn extra plekken ingericht om zaken te regelen en er wordt rekening mee gehouden dat mensen soms bepaalde stukken zijn verloren in de aardbeving. Hij zegt wel te checken of "voldoende duidelijk is voor alle mensen en advocaten dat ze dus niet de reguliere procedure hoeven bewandelen". Hij beloofde uiterlijk half april een brief aan de Kamer te sturen met een tussenstand, waarin hij ook zal laten weten hoeveel mensen nog een aanvraag hebben lopen. Precieze gegevens had de minister hier dinsdagmiddag niet over.
Tot nu toe zijn volgens Hoekstra "honderden" visa aangevraagd, geen duizenden of tienduizenden. De minister zegt dat er 43 aanvragen zijn geweigerd. Er zijn visa verstrekt aan 173 mensen met de Turkse nationaliteit en 4 Syriërs. Hoe het kan dat het om relatief weinig Syriërs gaat, kon de minister niet zeggen. Hij kon op een vraag van de VVD ook niet zeggen hoe voorkomen wordt dat de procedure ertoe leidt dat zich te veel mensen in Nederland zouden melden.