Hoekstra biedt op Surinaamse bodem excuses aan voor slavernij

01 jul 2023, 18:31 Landelijk
hoekstra biedt op surinaamse bodem excuses aan voor slavernij
Minister Wopke Hoekstra heeft in Paramaribo excuses uitgesproken voor het slavernijverleden. Het is voor het eerst dat de Nederlandse regering dat op Surinaamse bodem doet. De vicepremier gebruikte dezelfde woorden die Mark Rutte in december al uitsprak. Die werden beantwoord met een bescheiden applaus.
Hoekstra sprak bij het Kwakoe-monument, tijdens de officiële herdenking van de afschaffing van de slavernij. De Nederlandse staat heeft slavernij "mogelijk gemaakt, gestimuleerd, in stand gehouden en ervan geprofiteerd", zo zei hij. "Eeuwenlang zijn in naam van de Nederlandse staat mensen tot handelswaar gemaakt, uitgebuit en mishandeld."
"Slavernij is een misdaad tegen de menselijkheid waar Nederland een belangrijk aandeel in had", zei Hoekstra. Hij sprak over de "honderdduizenden volwassenen en kinderen" die tegen hun wil en met "extreem geweld" onder "mensonterende omstandigheden" moesten werken.
Hoekstra verwees in zijn toespraak ook naar de situatie van de inheemse bevolking van Suriname. "Zij waren het die door kolonisten van hun land werden beroofd en met geweld werden verdreven. Zij waren het van wie als eerste de eigenwaarde en identiteit ontnomen werd."
Verder sprak de minister over de "uiterst pijnlijke geschiedenis" van de mensen die uit India, China en Java werden gehaald om zware arbeid te verrichten. "Ook dit was het product van een hebzuchtig, koloniaal bewind."
Hoekstra prees in zijn toespraak de mensen die in verzet kwamen tegen de slavernij, onder wie Jolicoeur, Boni en Baron. Hij sprak over de vrouwen die rijstkorrels in hun haren vlochten om elders te planten om te overleven. Zij zetten volgens Hoekstra "brute ontmenselijking voor financieel gewin" tegenover "kolossale moed en veerkracht, waarvan we de erfenissen zien in zovele verschijningsvormen".
Het is voor veel Surinamers belangrijk dat de excuses worden uitgesproken in Suriname zelf. Ook de regering heeft daarom gevraagd.