Nog enkele tientallen Nederlanders staan momenteel geregistreerd in Soedan. Dat schrijft minister Wopke Hoekstra van Buitenlandse Zaken woensdag in een brief aan de Tweede Kamer. Een aantal daarvan wil niet geëvacueerd worden, volgens Hoekstra, bijvoorbeeld omdat ze familie niet willen achterlaten, geen vervoer hebben om naar het vliegveld te komen of vanwege de slechte veiligheidssituatie in de hoofdstad Khartoem.
De achterblijvers worden op de hoogte gehouden door het ministerie, en ook wordt geprobeerd contact te krijgen met mensen met wie dat nog niet is gelukt. Maar dat blijkt lastig door problemen met telefoon- en internetverbindingen.
Enkele Nederlandse militairen blijven achter op het vliegveld in Soedan "ten behoeve van de coördinatie met internationale partners om eventuele Nederlanders daar op te vangen en op vluchten van andere landen mee te krijgen". Van donderdag tot en met zaterdag staat in Jordanië een vliegtuig van Defensie om evacuatievluchten uit te voeren, mocht dat nodig zijn.
Een klein aantal Nederlanders bevindt zich in de stad Port of Soedan aan de oostkust van het land. Zij kunnen het land verlaten met het vliegtuig naar de Jordaanse hoofdstad Amman of met de veerboot naar Jeddah in Saoedi-Arabië. "Verder is van sommigen onbekend of zij nog behoefte hebben aan bijstand en/of het land reeds via andere wijze hebben verlaten", aldus de minister.
Inmiddels zijn tenminste 150 Nederlanders geëvacueerd, zeventig via Nederlandse evacuatievluchten en tenminste tachtig via vluchten van internationale partners of hebben zij zelf het land verlaten. Daarnaast heeft Nederland nog eens honderd onderdanen van andere landen meegenomen. In totaal voerde ons land zes evacuatievluchten uit tussen Soedan en Jordanië. Woensdagavond staat een zevende vlucht gepland, meldde Hoekstra eerder.
Daarna zal Nederland met de internationale gemeenschap doorgaan met de luchtbrug.