Kandidaat-Eurocommissaris Wopke Hoekstra wil de lijn van de huidige Europese klimaatdoelen niet simpelweg doortrekken, maar een scherper tussendoel stellen. Hij wil de doelstelling voor 2040 leggen op 90 procent minder CO2-uitstoot, zei hij tijdens een hoorzitting waarin hij het vertrouwen van Europarlementariërs probeert te winnen.
"Ik denk dat we voor 90 procent moeten gaan", zei Hoekstra maandagavond in Straatsburg. "Dat we dat haalbaar moeten maken voor burgers en bedrijven." Hij tekende wel aan dat hij daar slechts een aanzet voor kan geven en er niet zelf toe kan besluiten. Dat is reden voor de sociaaldemocraten en groenen om het nog niet helemaal te vertrouwen.
De Europese Unie wil in 2050 als eerste werelddeel 'klimaatneutraal' zijn en besloot dat in 2030 de CO2-uitstoot al met 55 procent moet zijn teruggedrongen. Zo moeten de klimaatafspraken van Parijs, die de opwarming van de aarde tot liefst 1,5 graad moesten beperken, haalbaar blijven. Maar daarvoor blijkt Europa toch niet snel genoeg te gaan, zeggen adviseurs van de Europese Commissie zelf. Zij dringen erop aan al in 2040 de uitstoot met 90 procent of meer te hebben verminderd.
Het klimaattussendoel voor 2040 is een van de belangrijkste taken die Hoekstra wacht als hij de klimaatman van de Europese Commissie wordt. Hij moet daarbij koorddansen om een zo groot mogelijk deel van het Europees Parlement tevreden te stemmen. Rechtse Europarlementariërs willen de lijn tussen 2030 en 2050 hooguit doortrekken, omdat de strijd tegen klimaatverandering al te veel offers van burgers en bedrijven zou vragen. Linkse en groene collega's willen de lat juist veel hoger leggen.
Linkse Europarlementariërs zijn nog niet gerust op Hoekstra's toezegging. Met de toevoeging dat hij de andere Eurocommissarissen nog moet overtuigen en dat het uiteindelijk op een nieuw parlement en nieuwe commissie aankomt, ontkracht hij die meteen weer, vrezen ze.