Wopke Hoekstra bemoeide zich al snel na zijn benoeming tot minister van Financiën veel met de Belastingdienst. Zijn bemoeienis was groter dan die van zijn voorgangers, zegt de bewindsman in het verhoor over de affaire met de kinderopvangtoeslag. Er waren veel zorgen over de fiscus, maar de afdeling Toeslagen werd bij zijn aantreden gezien als het "best functionerende onderdeel" van de Belastingdienst.
Hoekstra gaf aan zijn hoogste ambtenaar wel aan dat hij de kinderopvangtoeslag als burger heel complex vond. Dat merkte hij uit zijn eigen omgeving.
Door de problemen met de computersystemen en de aantrekkelijke vertrekregeling waardoor te veel ervaren krachten weggingen bij de dienst, was de fiscus al vanaf het begin een zorgenkindje. Kort na zijn aantreden kwamen de problemen met de erf- en schenkbelasting aan het licht, waardoor een groot bedrag aan belastingen niet werd geïnd.
Hoekstra werd hierover te laat geïnformeerd, zegt hij. De manier waarop informatie naar boven komt bij de Belastingdienst is nog steeds niet op orde, aldus de bewindsman. "Er was daar gewoon evident onvoldoende gevoel voor urgentie, politieke relevantie en het belang van dit onderwerp."
Zijn kritiek op de Belastingdienst werd hem niet altijd in dank afgenomen. "Je hoort via via dat mensen het vervelend vinden als je zegt dat de problemen groot, complex en hardnekkig zijn." Toch vond hij het belangrijk zich ermee te blijven bemoeien.