Michael P. (29), veroordeeld voor het ontvoeren, verkrachten en doden van de 25-jarige Anne Faber, staat dinsdag en woensdag in hoger beroep terecht voor het gerechtshof in Arnhem. In juli vorig jaar veroordeelde de rechtbank hem tot 28 jaar cel en tbs met dwangverpleging. “Een gewetenloze en nietsontziende man”, zo omschreef de rechtbank P. in het vonnis, "die zijn eigen perverse wensen laat voorgaan boven het leven en welzijn van zijn medemens".
De zaak is een van de meest geruchtmakende strafzaken van de laatste jaren. Niet alleen door de gruwelijkheid van de door P. gepleegde feiten, maar ook door wat daaraan voorafging. P. werd in 2012 veroordeeld voor een gewelddadige verkrachting van twee tienermeisjes. In die zaak kwam hij er in hoger beroep met een aanzienlijk lagere straf van af. Tijdens zijn daaropvolgende verblijf in de gevangenis en in een kliniek stapelden diverse instanties fout op fout, waarover eerder dit jaar vernietigende rapporten zijn verschenen, onder meer van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) overleefde begin april een "zwaar en beladen" debat over de kwestie.
Anne Faber verdween in september 2017 tijdens een fietstocht in de buurt van Den Dolder, nabij de kliniek waarin P. destijds verbleef. Familieleden en vrienden zetten een dagenlange zoektocht op touw in het uitgestrekte, bosrijke gebied. Door de vondst van Fabers jas kreeg de politie de veroordeelde zedendelinquent Michael P. in het vizier. Op de jas werd een DNA-spoor gevonden dat een match opleverde in de DNA-databank van het Nederlands Forensisch Instituut. De rechtbank heeft P. zwaar aangerekend dat hij de onzekerheid over Fabers lot bijna twee weken heeft laten voortduren.
P. heeft verklaard dat hij Faber in het bos met zijn scooter aanreed, om haar vervolgens te verkrachten en achter op zijn scooter mee te nemen naar een plek bij vliegbasis Soesterberg. Daar sneed hij haar de keel door. Het stoffelijk overschot van Faber heeft hij eerst in de buurt begraven, om het een dag later bij Zeewolde opnieuw te begraven. Het slachtoffer is daar uiteindelijk op zijn aanwijzing gevonden. Er zijn redenen om aan de verklaring van P. te twijfelen, vindt zowel het Openbaar Ministerie als de rechtbank. Het bewijs dat P. een moordplan zou hebben gehad, is echter niet gevonden.
P. is onder meer in hoger beroep gegaan omdat de politie hem na zijn arrestatie zou hebben mishandeld. De politie wilde zo snel mogelijk de verblijfplaats van Faber achterhalen, omdat zij mogelijk nog in leven was. De rechtbank oordeelde dat de politie inderdaad over de schreef is gegaan, maar vond niet dat dit tot strafvermindering moest leiden.