Het gerechtshof in Den Haag behandelt maandag het hoger beroep van Edwin Wagensveld. De voorman van de radicaal-rechtse groepering Pegida werd in november door de rechtbank in Den Haag veroordeeld tot veertig uur taakstraf voor groepsbelediging. Wagensveld had de Koran een fascistisch boek genoemd.
Of hij bij de zitting is, is onzeker. Zaterdag liet hij op X weten verstek te laten gaan, omdat de dagvaarding met de zittingsdatum hem te laat zou hebben bereikt.
Op 22 januari vorig jaar hield Wagensveld een actie in de buurt van de Tweede Kamer waarbij hij voor een camera een koran verscheurde en moslims met nazi's vergeleek.
Het opzettelijk beledigen van een groep mensen om hun godsdienst of levensovertuiging is strafbaar. Het verscheuren van een koran is dat niet - dat wordt beschouwd als geloofskritiek. Het Openbaar Ministerie had een geldboete geëist van 700 euro, waarvan de helft voorwaardelijk. De rechter vond een boete onvoldoende recht doen, omdat een grote groep mensen is beledigd.
Wagensveld tekende beroep aan tegen de opgelegde taakstraf, terwijl hij eerder zei niet te geloven in de Nederlandse rechtsstaat. Tijdens de zitting in de rechtbank liep hij ook demonstratief weg, nadat hij voor de rechters pagina's uit de koran had gescheurd. Voorafgaand aan de rechtszitting deed hij op de stoep van de rechtbank hetzelfde.
In maart maakte hij op eigen initiatief de gang naar de rechter om het gebiedsverbod aan te vechten dat de gemeente Arnhem hem oplegde. In de rechtbank werd hij gearresteerd. Volgens de politie overtrad hij het noodbevel door bij aankomst een koran aan een hondenriem rond te slingeren, op de grond te laten vallen en over de grond te slepen.