De overheid heeft niet onrechtmatig gehandeld in de zogeheten fipronilaffaire van 2017 en is dan ook niet aansprakelijk voor de financiële schade van kippenboeren. Tot die conclusie is het gerechtshof in Den Haag gekomen. Het hof heeft de eisen van meer dan 100 pluimveehouders en brancheorganisatie LTO afgewezen.
Veel eieren van Nederlandse kippen bleken destijds een kleine hoeveelheid van de chemische stof fipronil te bevatten. Toen dat uitkwam, belandde de sector in een diepe crisis. De fipronil bleek in een middel te zitten dat twee ondernemers uit Barneveld op grote schaal in stallen hadden gespoten om bloedluis te bestrijden.
Fipronil is in hoge concentraties schadelijk voor de gezondheid. Daarom mag het boven bepaalde concentraties niet in eieren zitten.
De eisers in de zaak menen dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) veel eerder had moeten ingrijpen en de sector had moeten waarschuwen. In navolging van de rechtbank is het hof dat niet met hen eens. "De NVWA is er niet om de economische belangen van pluimveehouders te dienen", vinden de rechters. "De pluimveehouders zijn zelf primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van de door hen geproduceerde eieren."
Bij de NVWA waren eind 2016 al signalen binnengekomen over het bedrijf ChickFriend, dat een bestrijdingsmiddel met fipronil gebruikte. In eerste instantie begon de toezichthouder een strafrechtelijk onderzoek, zonder al alarm te slaan. "Die weg was langzamer dan de bestuursrechtelijke weg", stelt het hof vast. De rechters concluderen dat de NVWA het op deze manier mocht aanpakken, omdat de overschrijding van de wettelijke norm "op zichzelf niet betekent dat er een acuut gevaar was voor de volksgezondheid".
Fipronil is weliswaar giftig, maar de concentratie die van de wet in levensmiddelen terecht mag komen ligt veel lager dan de concentratie waarvan wetenschappelijk is vastgesteld dat die schadelijk is voor de gezondheid. Daarom hoefde de NVWA niet direct het bedrijf stil te leggen.
Rond het fipronilschandaal spelen diverse rechtszaken. De rechtbank in Arnhem heeft vorig jaar al in een civiele zaak bepaald dat de bloedluisbestrijders aansprakelijk zijn voor de financiële schade. De rechtbank achtte bewezen dat ze wisten dat hun middel fipronil bevatte.
De twee hoofdverdachten Mathijs IJ. en Martin van de B. worden ook nog strafrechtelijk vervolgd. Zij worden ervan verdacht dat ze de volksgezondheid in gevaar hebben gebracht en moeten volgende week woensdag voor de rechter verschijnen in Zwolle.