Partners van hetzelfde geslacht op Aruba en Curaçao moeten met elkaar kunnen trouwen. Dat heeft het gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba geoordeeld. In de landen is dat momenteel niet mogelijk.
Het hof vindt dat partners van gelijk geslacht nu het recht wordt ontzegd om deel te nemen aan het huwelijk en alle waarden die daaraan verbonden zijn. "Het hof komt tot de conclusie dat het uitsluiten van een huwelijk voor personen van gelijk geslacht in strijd is met het discriminatieverbod en onverenigbaar met de staatsregelingen."
Daarnaast merkte het hof ook op dat het ontbreken van geregistreerd partnerschap voor mensen van hetzelfde geslacht op Curaçao een schending is van mensenrechtenverdragen en staatsregelingen.
De beslissing van het hof volgt op twee zaken die waren aangespannen op Aruba en Curaçao, onder meer door mensenrechtenorganisatie Human Rights Caribbean namens twee vrouwen die in het huwelijk willen treden.
De rechter oordeelde eerder al in die laatste zaak dat er geen rechtvaardiging is om paren van gelijk geslacht een burgerlijk huwelijk te weigeren en droeg de wetgever op om maatregelen te treffen om de ongeoorloofde discriminatie op te heffen.
In het Burgerlijk Wetboek van Curaçao is bepaald dat een huwelijk alleen kan worden gesloten tussen een man en een vrouw. Volgens de rechter is deze bepaling in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod zoals dat in de Curaçaose grondwet staat.
Op Aruba is het sinds september vorig jaar wel mogelijk om een geregistreerd partnerschap aan te gaan met iemand van dezelfde sekse. Afgelopen juni diende de Arubaanse politieke partij Accion21 een wetsvoorstel in om het homohuwelijk op het eiland in te voeren.
Deze uitspraak betekent niet dat stellen van hetzelfde geslacht gelijk kunnen trouwen. Eerst moet een beroep en een eventuele uitspraak in cassatie worden afgewacht. Ook betekent het niet dat adoptie wordt opengesteld voor paren van gelijk geslacht. Daarover moet eerst een debat gevoerd worden. "Bij voorkeur in de Staten", aldus het hof.