De Hoge Raad doet dinsdag uitspraak over herzieningsverzoeken in twee geruchtmakende moordzaken: de Arnhemse villamoord en de Pettense campingmoord. De advocaat-generaal bij de Hoge Raad heeft verschillend geadviseerd: de veroordelingen in de Arnhemse zaak moeten gehandhaafd blijven, de Pettense zaak moet opnieuw.
De Arnhemse villamoord draait om een overval op een villa in Arnhem op 2 september 1998. De 63-jarige bewoonster werd doodgeschoten. Een 33-jarige vrouw die bij haar op bezoek was raakte gewond. De rechter veroordeelde negen verdachten tot straffen van vijf tot twaalf jaar. De veroordeling berustte vooral op de bekentenissen van twee verdachten, die ook de andere mannen als betrokkenen aanwezen.
Een van de bekennende verdachten kwam later op zijn verklaringen terug. Hij zei dat hij onder zware druk van de recherche heeft bekend. Volgens de advocaat-generaal heeft de veroordelende rechter zich uitvoerig gebogen over zowel de oorspronkelijke, belastende verklaring als de verhoormethode van de politie en is er geen reden dat opnieuw te doen.
De Pettense zaak behelst de gewelddadige dood van een 41-jarige Duitser die in juli 1994 werd doodgestoken op een camping, na een met alcohol doordrenkte avond. Verdachte Frank V., eveneens een Duitser, bekende aanvankelijk. Vervolgens kwam kwam hij daar op terug. De rechtbank sprak V. vrij, maar in hoger beroep kreeg hij alsnog vijf jaar.
Een rechtspsycholoog concludeerde dat de bekentenis mogelijk vals is. Naast diens rapport vormt ook een voor V. ontlastende getuigenverklaring aanleiding voor de advocaat-generaal om positief over de gevraagde herziening te adviseren.