De Hoge Raad staat welwillend tegenover een oproep van advocaten om in de rechtspraak voortaan ook vrouwelijke verwijswoorden te gebruiken. De Amsterdamse advocaten Willem Jebbink en Rosa van Zijl stelden in het kader van Internationale Vrouwendag voor om vrouwelijke functionarissen in de rechtspraak en in wetteksten ook als zodanig aan te duiden. Zo heeft bij de gerechten een raadsman of raadsheer altijd een mannelijke verwijzing, ook al is het een vrouw.
De advocaten storen zich daaraan en vinden dat het wegmoffelen van vrouwen in de taal van de rechtspraak in strijd is met het internationale vrouwenverdrag. Ook miskent het volgens hen de maatschappelijke werkelijkheid, vooral omdat het percentage vrouwen binnen de rechtspraak nog steeds blijft toenemen.
In een reactie stelt de Hoge Raad nu dat ze ,,aangenaam verrast'' is door de suggesties voor een vrouw-inclusieve taal en die zal bespreken. Dat gebeurt in het kader van een project waar de hoogste rechter in Nederland al een aantal maanden mee bezig is, met als doel het taalgebruik van de uitspraken begrijpelijker te maken voor een groter publiek.