De Hoge Raad velt dinsdag een oordeel in de cassatieprocedure in het liquidatieproces Passage. Zwaartepunt in de geruchtmakende zaak zijn de verwikkelingen rond de twee kroongetuigen die justitie in stelling bracht om de verdachten veroordeeld te krijgen. De belangen zijn groot, zowel van de verdachten als van het Openbaar Ministerie (OM). In hoger beroep legde de rechter aan vier verdachten een levenslange gevangenisstraf op. Passage draait in hoofdzaak om zeven liquidaties, gepleegd in 1993, 2005 en 2006.
De uitspraak van de Hoge Raad is ook van betekenis voor de lopende strafzaak tegen Willem Holleeder, omdat de beide kroongetuigen ook in zijn zaak verklaringen hebben afgelegd. De 'Passagemoorden' in 2005 en 2006 betreffen die op Kees Houtman en Thomas van der Bijl. Het OM verdenkt Holleeder ervan mede-opdrachtgever van deze liquidaties te zijn geweest, samen met zijn veronderstelde criminele handlanger Dino Soerel. Tegen Holleeder heeft het OM inmiddels levenslang geëist. Soerel kreeg in Passage levenslang.
Sander Janssen, in Passage advocaat van 'hitman' Jesse R., heeft voor de Hoge Raad betoogd dat het OM ontoelaatbare financiële toezeggingen heeft gedaan aan de beide kroongetuigen, Peter la S. en Fred R. De reguliere en voor iedereen zichtbare overeenkomst met de kroongetuigen gaat over de strafkorting die zij toegezegd hebben gekregen, in ruil voor hun verklaringen. Afspraken over geld komen echter niet op tafel, omdat die - volgens het OM - raken aan de veiligheid van de getuigen en dus strikt geheim moeten blijven.
Advocaten vrezen dat justitie verklaringen van kroongetuigen koopt door hen financiële beloften te doen. Het is hen een doorn in het oog dat deze afspraken onttrokken blijven aan het controlerende, toetsende oog van de rechter. Janssen, in zijn betoog vorig jaar bij de raad: ,,Het OM heeft zich aan het wettelijke systeem onttrokken". Volgens de raadsman staat ,,de integriteit van het strafproces" op het spel.
In de cassatieprocedure in Passage heeft de advocaat-generaal bij de Hoge Raad in december vastgesteld dat de uitwerking van de kroongetuigenregeling niet op alle onderdelen even helder is. Maar dit is geen reden om de veroordelingen ongedaan te maken, vindt hij. Van ontoelaatbare toezeggingen is volgens hem geen sprake geweest. De advocaat-generaal adviseert de Hoge Raad.
De Hoge Raad wijkt voor het doen van de Passage-uitspraak bij wijze van hoge uitzondering uit naar de extra-beveiligde rechtszaal op Schiphol, omdat een van de veroordeelden (Mohammed R.) bij de uitspraak aanwezig wil zijn.