De veroordeling van Jos B. voor de dood van Nicky Verstappen kan in stand blijven. Door de lange duur van de procedure krijgt B. wel drie maanden strafkorting, bepaalde de Hoge Raad dinsdag. Zijn straf komt daarmee uit op 15 jaar en 9 maanden voor het doden, misbruiken en ontvoeren van de 11-jarige jongen in 1998.
De Hoge Raad kijkt alleen of alle procedures juist zijn doorlopen en niet naar de inhoud van de strafzaak. Na deze uitspraak is geen beroep meer mogelijk. "Hiermee komt voor alle betrokkenen een einde aan deze procedure", zei de voorzitter van de Hoge Raad.
Nicky verdween in de nacht van 9 op 10 augustus 1998 van een jeugdkamp op de Brunssummerheide. Een dag later werd zijn lichaam in een nabijgelegen kerstbomenperceel gevonden. Heel lang leek de zaak onopgelost te blijven. Pas in 2018, na een grootschalig DNA-onderzoek, kwam B. in beeld. Toen de naam van de Limburger bekend werd, bleek hij echter spoorloos. B., een fanatiek bushcrafter, werd na een klopjacht in Spanje gearresteerd.
Er zijn meerdere DNA-sporen van B. gevonden op de pyjamabroek, de binnen- en buitenkant van de onderbroek en op het lichaam van Nicky. Dat zijn DNA op Nicky zat, kwam volgens B. omdat hij het lichaam van de jongen had gevonden, maar die was toen al overleden. Uit angst - B. heeft een zedenverleden - had hij naar eigen zeggen de vondst nooit durven melden.
Het gerechtshof in Den Bosch noemde de verklaring van B. niet geloofwaardig en veroordeelde hem tot zestien jaar cel. B. ging direct na die uitspraak in cassatie. De Hoge Raad heeft nu alle cassatieklachten verworpen. De advocaat-generaal adviseerde de Hoge Raad eerder al om de veroordeling in stand te laten.
B.'s advocaat Gerald Roethof laat weten naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te stappen. Volgens hem is tijdens de strafzaak tegen B. ten onrechte waarde toegekend aan de bevindingen over DNA-sporen van een deskundige. "Deze zaak draait puur en alleen op DNA-sporen. Deze man gaf nota bene zelf aan dat hij niet deskundig is om te verklaren hoe DNA ergens terecht is gekomen." Deze klacht wordt nu bij het Europees Hof neergelegd, het is niet duidelijk hoelang deze procedure gaat lopen.