Het hoger beroep in het 'minder Marokkanen'-proces van Geert Wilders gaat weer verder. Het hof gaat maandag en mogelijk ook vrijdag bepalen en bespreken wat er nog nodig is om uitspraak te kunnen doen.
Het proces sleept zich inmiddels al jaren voort, Wilders deed de gewraakte uitspraken in 2014. Tijdens een bijeenkomst in maart van dat jaar stelde de politicus zijn publiek drie vragen: of ze meer of minder Europese Unie, Partij van de Arbeid en ten slotte Marokkanen wilden. Het publiek scandeerde steeds harder "Minder! Minder!" als antwoord. Hiermee zette de PVV'er volgens het OM aan tot haat.
In hoger beroep heeft het OM net als in eerste aanleg een geldboete van 5000 euro geëist. De rechtbank veroordeelde Wilders in 2016 voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie, maar legde geen straf op. Zowel het OM als de politicus ging in beroep.
Volgens Wilders is er sprake van politieke beïnvloeding. Hij is ervan overtuigd dat toenmalig justitieminister Ivo Opstelten een stevige vinger in de pap heeft gehad om hem strafrechtelijk aan te pakken. Het OM heeft dat keer op keer met klem tegengesproken, maar het gerechtshof Den Haag had eind vorig jaar gevraagd om nogmaals en zeer grondig te zoeken naar documenten die met het besluit tot vervolging te maken hebben. Daarop heeft het OM "volledige inboxen, aantekenboekjes en tekstberichten doorgespit", maar het blijft erbij: er is geen sprake van beïnvloeding.