Van de 54 hogescholen en universiteiten in ons land hebben er 35 een intentieverklaring ondertekend om hun onderwijs aan studenten met een beperking of een belemmering net zo toegankelijk te maken als voor studenten die niet zoiets hebben. Hoewel de bedoelingen van de ondertekenaars dus goed zijn, laat de praktijk ook bij deze onderwijsinstellingen nog weleens te wensen over.
Dat staat in het onderzoeksrapport De Staat van Inclusief Onderwijs 2023 van het Expertisecentrum inclusief onderwijs (ECIO), de opsteller van de intentieverklaring. Het wordt donderdagmiddag in Den Haag gepresenteerd in aanwezigheid van prinses Laurentien. Daar tekenen nog eens vier instellingen. De overige zijn nog niet klaar voor de ondertekening, aldus het ECIO.
De ondertekenende hogescholen en universiteiten "worstelen met de vertaalslag naar de praktijk. Zo zijn bijvoorbeeld nog niet alle gebouwen rolstoeltoegankelijk en geven sommige docenten aan handvaten te missen om bij te dragen aan inclusief onderwijs", staat er in het rapport.
Sinds Nederland het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een handicap ratificeerde, moeten we ook in ons land werk maken van die toegankelijkheid voor iedereen. Ruim een derde van de studenten in het hoger onderwijs heeft een handicap of psychisch probleem. En er is daar, in tegenstelling tot het basis- en voortgezet onderwijs, geen apart 'speciaal onderwijs' voor deze groepen.
Het ECIO hoopt dat eerst zaken als rolstoeltoegankelijkheid worden geregeld en dat er aansluitend meer ondersteuning wordt ontwikkeld voor individuele studenten met specifieke problemen.
Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) vindt dat er landelijke afspraken gemaakt moeten worden over voorzieningen voor studenten met een beperking. "Het zou niet zo mogen zijn dat de mate van voorzieningen waar je op kan rekenen afhankelijk is van de stad waarin je studeert", aldus voorzitter Demi Janssen.