Hogescholen en universiteiten kunnen zich absoluut niet vinden in de kabinetsplannen voor de mogelijke inzet van coronatoegangsbewijzen in het hoger onderwijs. Als "uiterste noodmaatregel" kunnen de onderwijsinstellingen zich er wel iets bij voorstellen, maar het idee dat studenten die geen coronapas kunnen of willen tonen wel volwaardig les op afstand moeten krijgen, is volgens hen onuitvoerbaar.
Het kabinet wil invoering van de coronapas op hogescholen en universiteiten als optie hebben, voor het geval dat de coronasituatie dusdanig verslechtert dat online-onderwijs het enige alternatief zou zijn. Met het huidige voorstel, waar de Tweede Kamer zich nog over moet uitspreken, vraagt het kabinet "het onmogelijke", vinden Vereniging Hogescholen en Universiteiten van Nederland (UNL).
"We kunnen onze docenten die al een heel hoge werkdruk hebben niet vragen om al het onderwijs ook nog eens twee keer aan te bieden: zowel fysiek als online", vindt voorzitter Pieter Duisenberg van UNL. "Hoorcolleges online lukt vaak wel, maar bijvoorbeeld kleine vakken, project- en praktijkvakken allemaal dubbel aanbieden, is niet te doen."
Maurice Limmen, de voorzitter van de hogescholenkoepel, denkt er precies zo over. "We kunnen niet hetzelfde onderwijs gelijktijdig zowel fysiek als digitaal aanbieden. De politiek moet hierin een eerlijke afweging maken en niet een onuitvoerbare taak bij onze docenten leggen", laat hij weten in een verklaring.
Ook het controleren van coronatoegangsbewijzen wordt problematisch, denken de onderwijskoepels. Ze noemen volledige controles "praktisch onuitvoerbaar". Limmen: "Studenten komen iedere dag naar de campus en bezoeken daarbij verschillende gebouwen. Dat is echt iets anders dan het incidenteel bezoeken van een concert." Het hoger onderwijs wil daarom de vrijheid krijgen om slechts beperkte controles uit te voeren.