Hogesnelheidslijn blijft zorgenkind

28 feb 2019, 12:54 Landelijk
hogesnelheidslijn blijft zorgenkind
ANP
In 2018 zijn er meer treinen gaan rijden over de hogesnelheidslijn (hsl), maar op een aantal vlakken presteerde die lijn minder dan het jaar ervoor. Zo reden de treinen minder vaak op tijd: 82,5 procent tegen 83,5 in 2017, staat in het jaarverslag van de Nederlandse Spoorwegen.
Volgens een woordvoerder komt dat doordat de hsl kampt met een 'bug' in de software die gemiddeld tien keer per week leidt tot het stilvallen van een trein. De fout doet zich voor sinds de invoering van een 'spoorkrachtbegrenzer'. Fabrikant Bombardier zou de softwarefout nu hebben gevonden en alles doen om die op te lossen.
Ook zitten er knelpunten in de infrastructuur. Die worden veroorzaakt doordat drie delen van de hsl zijn ingebed in het reguliere spoor. Dat betekent dat treinen steeds moeten wisselen tussen verschillende voltages in de bovenleiding en verschillende beveiligingssystemen.
Ondanks de teruglopende punctualiteit steeg de waardering van de reizigers op de hsl: 83 procent gaf een 7 of hoger, tegen 77 procent een jaar eerder. Het aantal reizigers over de hsl tussen Schiphol en Rotterdam groeide met 15 procent. Daarom werden Intercity Direct-treinen langer en gingen er vijf per uur rijden in plaats van vier. De intercity naar Brussel is 16 keer per dag over de hsl gaan rijden en de Eurostar naar Londen twee keer per dag. Nadeel van de groei van het aantal treinen is wel dat een probleem met één trein meer treinen treft dan voorheen, aldus de woordvoerder.
Over het gehele spoornet gemeten reed 92,6 procent van de treinen op tijd, iets meer dan in 2017. De kans op een zitplaats in de spits groeide iets: van 95 naar 95,1 procent. Ook de waardering van de reiziger steeg iets, reden voor NS om te spreken van ,,een goed jaar".
Rondom de treinreis ging het in 2018 ook beter: het aantal ritten op de OV-fiets steeg van 3,1 miljoen naar 4,2 miljoen. Het aantal OV-fietsen werd daarom met 6000 uitgebreid naar 22.500. Ook het aantal parkeerplaatsen op P+R-terreinen bij stations nam toe, van 44.000 naar ruim 47.000.