Met de presentatie van de hoofdlijnen voor het Klimaatakkoord moet dinsdag duidelijker worden hoe Nederland de uitstoot van broeikasgassen de komende jaren met bijna de helft gaat terugdringen. Het hoofddoel is om in 2030 49 procent minder broeikasgas de lucht in te laten gaan dan in 1990. Overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties hebben afspraken gemaakt over welke maatregelen nodig zijn om dat doel te bereiken.
Grote vraag is hoe concreet de voorstellen in deze fase al zijn. Het gaat in ieder geval alleen nog over de grote lijnen. Details worden in de komende maanden uitgewerkt, in het najaar moet dan het definitieve akkoord volgen.
Voorzitter Ed Nijpels geeft een toelichting op de stand van zaken en overhandigt de voorstellen aan minister Eric Wiebes van Economische Zaken.
De klimaatplannen worden gesmeed aan vijf verschillende 'tafels'. Aan elke tafel wordt een specifieke sector besproken: elektriciteit, industrie, mobiliteit, 'gebouwde omgeving' en landbouw. De voorzitters van iedere tafel gaan bij de presentatie in op de voorlopige plannen voor hun sector.
Dat Nederland een nationaal Klimaatakkoord nodig heeft, komt voort uit de ondertekening van het internationale klimaatakkoord van Parijs van december 2015. Daarin spraken 195 landen af hun uitstoot zodanig te verminderen dat de opwarming van de aarde beperkt blijft tot ruim onder de 2 graden Celsius.