Politieke partijen maken zich schuldig aan "gratuite" of holle beloftes als het gaat om de woningmarkt, vindt hoogleraar woningmarkt Peter Boelhouwer (TU Delft). Hij mist in verkiezingsprogramma's de miljardeninvesteringen die volgens hem nodig zijn om de woningbouw weer vlot te trekken. Ook ontbreekt het volgens hem in de programma's aan uitvoeringskracht en realiteitszin. De hoogleraar blijft dan ook weinig optimistisch over de woningmarkt voor de komende jaren.
Verschillende partijen, zoals de VVD, het CDA, GroenLinks-PvdA en NSC, schrijven in hun programma's dat ze meer "regie" op de volkshuisvesting willen, in plaats van de markt z'n gang te laten gaan. Over de term 'regie' valt Boelhouwer, "want welke regie is dat dan? Het gaat om doorzettingsmacht, die moet georganiseerd worden."
De overheid moet bovenal veel meer geld uittrekken om het probleem serieus aan te pakken. Boelhouwer denkt hier aan 3 tot 5 miljard euro per jaar. Van dat geld kunnen nog meer projecten uit het slop worden getrokken, iets wat de overheid nu al doet met bijvoorbeeld de Woningbouw- en de Startbouwimpuls. Ook moet er geld gestoken worden in infrastructuur voor nieuwe woonwijken. Verder zijn er volgens Boelhouwer meer ambtenaren nodig voor de nu vaak nog lange procedures. Overigens moeten die volgens de hoogleraar ook op de schop: "twee jaar lang procederen bij de Raad van State, dat kan toch niet waar zijn?"
Partijen trekken bij lange na niet het geld uit wat Boelhouwer graag zou zien, blijkt uit de doorrekeningen van het Centraal Planbureau. D66 en GroenLinks-PvdA investeren beide 400 miljoen euro extra. Het CDA en de ChristenUnie trekken hier 200 miljoen euro extra uit. De SGP gaat voor hetzelfde bedrag, maar wil ook 200 miljoen euro extra naar infrastructuur voor woonwijken.
Boelhouwer somt een reeks oplossingen op die zowel linkse als rechtse partijen ook voorstellen. Zo vindt hij inderdaad dat beleggers en ontwikkelaars het te moeilijk wordt gemaakt door verschillende beleidskeuzes. De overdrachtsbelasting is fors verhoogd naar 10,4 procent en ook de nieuwe regels voor middenhuur maken het minder aantrekkelijk om in die sector te bouwen. Het splitsen van woningen in kleinere appartementen zou volgens hem ook bijdragen aan de oplossing, net zoals "een straatje erbij" aan randen van dorpen of steden.
Verder zou het helpen om strenge eisen voor het type bouw los te laten. Nu nog moet twee derde van de nieuwbouw betaalbaar zijn, maar flexibiliteit daarin kan helpen. "Op een aantal plekken kan het gewoon niet", aldus Boelhouwer. Dan heeft het volgens hem meer zin om een duurder huis te bouwen dan helemaal niets, want ook duurdere woningen dragen bij aan de doorstroming. "Dan moet er natuurlijk wel vraag naar zijn." Meer ouderenwoningen met gemeenschappelijke voorzieningen levert ook doorstroming op, én kan verlichting geven in de ouderenzorg.
Ook 'op links' ziet Boelhouwer veel mogelijkheden. Zo steunt hij het SP-plan om leegstand veel beter in kaart te brengen en vervolgens tegen te gaan. Het verder afbouwen van de hypotheekrenteaftrek en het belasten van de gestegen woningwaarde bij verkoop zou prijsstijgingen voor koopstarters kunnen dempen. Ook meer financiële ruimte voor woningcorporaties, bijvoorbeeld door een voor hen dure antiwitwasmaatregel en de winstbelasting te schrappen, kan de bouw stimuleren. Verder kan het aantrekkelijker worden gemaakt om samen te wonen zonder een deel van je uitkering te verliezen als de kostendelersnorm minder zwaar wordt.
Maar om de wooncrisis op te lossen, moeten wel veel van deze maatregelen worden genomen, benadrukt Boelhouwer. "Er is niet één 'golden bullet' je moet op heel veel fronten acteren."