Het opstappen van het kabinet woensdagavond na uitlatingen van Thierry Baudet (FVD) in de Tweede Kamer is "uniek, maar het mag staatsrechtelijk wel", zegt de Leidse hoogleraar staatsrecht Wim Voermans. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen haalde Baudet uit naar minister Sigrid Kaag (Financiën) waarop het voltallige kabinet wegliep.
"Het kabinet is er op uitnodiging van de Kamer. Er is geen staatsrechtelijke plicht om te luisteren naar de Kamerleden, wel tot verantwoorden. Maar dat gebeurt donderdag", aldus Voermans.
De bewindslieden vielen over opmerkingen van Baudet over de opleiding van Kaag aan de Britse universiteit van Oxford. Hij zei dat het college waaraan ze heeft gestudeerd bekendstond als een spionnenopleiding. Voermans: "Als je iets beledigend vindt, hoef je niet te blijven. Volgens het staatsrecht ben je dat niet verplicht."
In het in 2021 opnieuw vastgestelde reglement van orde is daarnaast bepaald dat je elkaar in de Tweede Kamer niet mag beledigen. Voermans denkt dat Kamervoorzitter Vera Bergkamp daarom in eerste instantie ingreep en Baudet tot de orde riep. Hij ging door over Oxford, waarop eerst Kaag en erna de rest wegliep.
Staatsrechtelijk is dat een unicum, zegt Voermans. Vorig jaar draaide toenmalig demissionair zorgminister Hugo de Jonge tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen Baudet al eens de rug toe na uitlatingen van de FVD-voorman over corona. Volgens Voermans deed zich in 1917 zich al eens een vergelijkbaar incident voor. "De toenmalig minister van Economische Zaken kreeg zoveel kritiek op bepalingen rondom de eenheidsworst, een rantsoeneringsmaatregel, dat hij als reactie uitgebreid de krant ging zitten lezen. Maar opstappen uit de Kamer, dat is niet eerder gebeurd."