De hoogte van de pensioenuitkering blijft het belangrijkste aspect van het pensioenstelsel bij zowel werknemers als zelfstandigen. Inspanningen om het pensioenstelsel te hervormen zorgen niet voor meer vertrouwen. Dat concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een nieuw rapport.
Sinds de financiële crisis is het vertrouwen in het pensioenstelsel gedaald. De onvrede komt vooral door de verhoging van de pensioenleeftijd in combinatie met tegenvallende resultaten van het aanvullend pensioen.
De veronderstelling dat zaken als persoonlijke pensioenpotjes, keuzevrijheid, flexibiliteit en maatwerk voor meer draagvlak zouden zorgen, zoals door het kabinet aanvoerde, is volgens het SCP niet juist. Mensen kijken toch vooral naar hoeveel geld ze uiteindelijk krijgen en niet naar de randzaken. Wordt de uitkering lager, dan zal ook het vertrouwen in het stelsel verder afbrokkelen.
Verder concluderen de onderzoekers dat met name zelfstandigen geen heil zien in de verplichte deelname aan pensioenvoorzieningen. Meer keuzevrijheid leidt mogelijk wel tot meer vrijwillige deelname van zelfstandigen. Om pensioenopbouw voor deze groep interessanter te maken zouden zij inspraak moeten kunnen krijgen over hun pensioenbelegging, zo bepleit het SCP.
Ook zouden zelfstandigen enthousiaster worden over deelname als zij de mogelijkheid krijgen om tijdelijk geen premie af te dragen of een deel van het al opgebouwde pensioen op te nemen. Ook hier geldt dat de hoogte van de uitkering bepalend zal zijn. Tegenvallende vooruitzichten zullen het enthousiasme temperen, aldus de onderzoekers.