Hooguit de helft van de bedrijven in Nederland heeft een vertrouwenspersoon, zo schat de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen (LVV) in. De vereniging reageert op uitspraken van John de Mol, die stelt dat slachtoffers van misstanden bij het tv-programma The Voice of Holland zich eerder hadden kunnen melden.
Het aantal mensen dat staat opgenomen in het landelijke register voor vertrouwenspersonen is sinds #MeToo wel toegenomen. Deze hashtag wordt sinds 2017 gebruikt om verhalen over seksueel overschrijdend gedrag, vaak door personen met een hogere machtspositie, te delen. Rond dat jaar stonden er 1200 vertrouwenspersonen in het register, nu zo'n 2000. "Maar dat is nog altijd erg weinig", aldus een woordvoerster van de LVV. Bedrijven van vijftig werknemers of meer moeten een protocol hebben voor het melden van misstanden, bijvoorbeeld in de vorm van een vertrouwenspersoon. Volgens cijfers van het CBS zijn er zo'n 15.000 bedrijven van een dergelijke omvang in Nederland.
De LVV schat dus dat er wel meer dan 2000 vertrouwenspersonen zijn, maar alléén mensen die een opleiding voor de functie hebben gevolgd worden opgenomen in het register. En dat terwijl de kennis die wordt opgedaan tijdens die opleiding juist belangrijk is, stelt de woordvoerster. "Iemand die de opleiding heeft gevolgd, weet bijvoorbeeld dat hij of zij jaarlijks moet rapporteren aan de directie hoeveel mensen zich hebben gemeld en waar de gesprekken over gingen." Een vertrouwenspersoon kan ook ongevraagd advies geven, bijvoorbeeld om onderzoek te doen als er veel meldingen over één persoon binnenkomen.
Talpa zelf heeft volgens de LVV-woordvoerster een vertrouwenspersoon voor medewerkers. Maar het zou een goed idee zijn om ook een meldpunt voor deelnemers aan programma's in te richten. "Denk bijvoorbeeld aan iets als het Centrum Veilige Sport, waar mensen zich kunnen melden als een club of trainer iets doet dat als onprettig wordt ervaren."
Het aantal meldingen bij vertrouwenspersonen van seksueel grensoverschrijdend gedrag neemt de afgelopen jaren "heel voorzichtig" toe. Momenteel gaat 5 procent van de gesprekken met vertrouwenspersonen over zulk gedrag.
Het is ook van belang wat er ná de melding bij een vertrouwenspersoon gebeurt, vult hoofddocent publiek beleid aan de Universiteit van Amsterdam Conny Roggeband aan. Ze is gespecialiseerd in onder meer gendergerelateerd geweld. Seksueel grensoverschrijdend gedrag speelt zich vaak af binnen een ongelijke machtsverhouding en die is na zo'n melding niet ineens weg, stelt ze.
Roggeband: "Dus wil je er echt een rechtszaak van maken, of in de media je verhaal doen? Veel mensen voelen angst, ze kunnen er hun carrière mee op het spel zetten." Bovendien is grensoverschrijdend gedrag lastig te bewijzen. "Het blijft jouw woord tegen het mijne."