Brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland (KHN) is niet-ontvankelijk verklaard in de zaak over het uitbetalen van subsidies aan horecaondernemers. Volgens de kortgedingrechter in Den Haag horen vorderingen thuis bij de bestuursrechter en daarom wordt de kwestie nu niet inhoudelijk behandeld.
De rechter zegt zich er van bewust te zijn dat dit oordeel een teleurstelling is voor horecaondernemers. "Zij kampen in deze tijd al met grote tegenslagen. Hoe wrang dat ook is, de vaste taakverdeling tussen de bestuursrechter en de civiele rechter kan ook in deze zaak niet worden doorgekruist."
De brancheorganisatie komt namelijk niet op voor een eigen belang, maar voor een collectief belang dat bestaat uit de bundeling van individuele belangen van horecaondernemers. Voor de bescherming van die individuele belangen dienen ondernemers aan te kloppen bij de bestuursrechter, zo luidt de uitspraak.
KHN probeerde met de zaak de overheid te dwingen om sneller een aanvulling op de zogeheten TVL-coronasteun over te maken. Ondernemers kregen eerder bericht dat de tegemoetkoming in de vaste lasten niet, zoals verwacht, eind februari zou worden overgemaakt, maar "binnen zestien weken". Volgens KHN is die termijn te lang en daardoor dreigen veel ondernemers in betalingsproblemen te komen.