Museum Escher in Het Paleis en hotel Hotel Des Indes in Den Haag worden volgende maand cabaretpodia, samen met nog enkele andere voor kleinkunstenaars en humoristen ongebruikelijke plekken in de Hofstad. Ze zijn vier dagen het domein van een nieuw cabaretfestival, PEPER. Het festival wil vooral aanstormend talent de kans geven, ook op andere gebieden dan het theater. In tegenstelling tot andere cabaretfestivals is er geen competitie.
Directeur Lucien Kembel van Diligentia en Pepijn erkent dat er aan cabaretiers en festivals bepaald geen gebrek is, maar zijn organisatie ziet "dat er nog ruimte is voor een festival zonder competitie, waar qua inhoud en vorm buiten de lijntjes kan worden gekleurd". Of je het nou cabaret zou noemen of niet, aldus de theaterbaas. "Wie bepaalt wat cabaret is?" Het is volgens hem belangrijk om "de grenzen van het genre op te zoeken" en niet alleen tevreden te zijn met de grote namen die in een vloek en een zucht uitverkopen.
"Humor moet wel centraal staan op het festival", zegt hij, maar er is zo veel meer mogelijk "dan de traditionele rolverdeling van een artiest op het toneel en publiek in de zaal" . Tijdens PEPER geven Pieter Jouke en Ronald Snijders bijvoorbeeld op geheel eigen wijze een rondleiding door het Eschermuseum: M.C. Escher in Verwarring. Patrick Nederkoorn en Oscar Kocken komen in Diligentia met Zomaargasten, waarbij mensen uit het publiek het toneel op worden gehaald als te interviewen gast. De Andersons en Anne-Marie Jung staan geprogrammeerd tijdens een High Tea in Des Indes en Remy Evers speelt er een voorstelling in een hotelkamer.