Hoeveel huisartsen de tweede prik met het AstraZeneca-vaccin eerder gaan zetten dan na twaalf weken, moet nog maar blijken. Dat zegt de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). Coronaminister Hugo de Jonge maakte vrijdag bekend dat met de GGD'en, ziekenhuizen en huisartsen is afgesproken dat ze de tweede prik zo snel mogelijk toedienen, binnen vier tot twaalf weken.
Alle afspraken voor de tweede coronaprik met AstraZeneca staan al gepland, laat een woordvoerster van de LHV weten. "Praktijken die dat willen, kunnen de afspraak naar voren halen. Maar het is geen verplichting. Bovendien is het maar de vraag of de leveringen van het vaccin toereikend zijn. Het komt nog steeds in blokjes binnen."
Veel huisartsen wilden volgens de woordvoerster wel graag dat het interval tussen de eerste en de tweede prik minder strikt zou worden. "Huisartsen moeten het inenten combineren met de normale patiëntenzorg. Dus meer flexibiliteit is prettig, bijvoorbeeld omdat ook mensen die in huisartsenpraktijken werken op zomervakantie willen."
De afgelopen maanden werd tussen de eerste en tweede prik een interval van twaalf weken aangehouden. Nu kunnen alle huisartsen in theorie de tweede prik uiterlijk eind juni toedienen. De GGD'en proberen dat al voor 20 juni te doen, aldus minister De Jonge.