Huisartsen hebben dit jaar door Covid-19 12 procent minder patiënten doorverwezen naar vervolgzorg dan ze normaal zouden hebben gedaan. Dat meldt het zorgplatform ZorgDomein.
Sinds half maart, toen de eerste lockdown begon, tot 15 december hebben ruim 1,7 miljoen verwijzingen en aanvragen naar alle vervolgzorg niet plaatsgevonden, waar dat normaal wel zou zijn gebeurd, stelt het platform.
Dit betreft niet alleen het aantal verwijzingen van huisartsen naar medisch-specialistische zorg, maar ook naar andere zorgdisciplines, zoals fysiotherapeuten, ggz-instellingen en verpleeg- en verzorgingshuizen.
In maart en april was de grootste daling te zien. Na de eerste lockdown leek het erop dat in de zomermaanden de uitgestelde zorg van begin dit jaar gedeeltelijk werd ingehaald. Maar deze periode was te kort om alle uitgestelde zorg in te halen, stelt ZorgDomein. Vanaf oktober liep het aantal doorverwijzingen en zorgaanvragen die niet gedaan konden worden weer verder op, tot een totaal van 1.746.745 in half december.
Vanaf 22 december wordt nu wegens Covid-19 veel planbare zorg in ziekenhuizen en specialistische klinieken uitgesteld. Het aantal doorverwijzingen en aanvragen voor vervolgzorg dat niet gedaan kan worden, zal de komende periode dan ook nog flink oplopen, verwacht ZorgDomein.