Woningcorporaties verhogen de huren van woningen in de sociale sector vanaf 1 juli gemiddeld met 2 procent. Bij ruim de helft van de woningen (63 procent) blijft die stijging onder de toegestane grens van 2,3 procent, meldt koepelorganisatie voor woningcorporaties Aedes. Het kabinet zette dat percentage vast vanwege het coronavirus. De 2,3 procent is de inflatie van vorig jaar.
In voorgaande jaren mochten de huren van sociale huurwoningen met de inflatie, plus 1 procent stijgen. Maar voor dit jaar wordt dus nog van die extra 1 procent afgezien. Voor mensen met hogere inkomens kunnen woningcorporaties huren meer verhogen, met maximaal 50 tot 100 euro per maand, zolang dit binnen de maximale huurprijsgrens van de woning valt.
Vier op de tien corporaties voert deze inkomensafhankelijke hogere huurverhoging (IAH) dit jaar door, aldus Aedes. In 2021 werd die vanwege de pandemie niet toegepast. Bijna een derde van de woningcorporaties bevriest volgens de koepelorganisatie dit jaar de huren van woningen met een laag energielabel.
De Woonbond zegt in een reactie op de cijfers van Aedes zich zorgen te maken over "de betaalbaarheid van het huren, nu de woonlasten hard oplopen". De belangenorganisatie geeft aan dat huurders behalve de huurprijzen ook de maandelijkse energielasten zien stijgen. "De bond pleit dan ook al enige tijd voor een huurbevriezing in 2023 en 2024 en voor het verhogen van de huurtoeslag."