Kasem M. (74) is in hoger beroep veroordeeld tot een celstraf van elf jaar voor het doden van zijn vrouw begin 2010, in het Groningse dorp Siddeburen. Hij heeft vervolgens haar lichaam doen verdwijnen, aldus het gerechtshof in Leeuwarden.
Van de destijds 36-jarige Ilham Benchelh is sinds de avond van 10 januari 2010 geen teken van leven meer vernomen. Volgens het hof kan het niet anders dan dat M. zijn vrouw op gewelddadige wijze om het leven heeft gebracht. De rechters gaan uit van doodslag. Er zijn geen aanwijzingen dat de vrouw vrijwillig uit de woning is vertrokken, aldus het hof.
De rechters zien een motief in het feit dat de vrouw wilde scheiden. M. heeft volgens het hof een agressieprobleem en werd door de relatieproblemen gefrustreerd en boos. De rechters vinden het onder meer opmerkelijk dat M. pas na vier dagen melding maakte van de vermissing van zijn vrouw.
Het hof vindt het bewijs overtuigend. Zo trof de politie bloed van Benchelh aan in de slaapkamer, werd haar paardenstaart gevonden in een afvalemmer en zaten er stukken haar in een kruiwagen. Na de verdwijning heeft M. lappen stof met bloed van het slachtoffer weggegooid en het matras weggemaakt. Verder heeft hij op internet gezocht naar een lintzaag, keek hij naar series over moordenaars en ontbraken tien van de vuilniszakken, die M. vlak na de verdwijning had gekocht, in de woning. De rechters denken dat M. sporen heeft gewist.
M. zegt dat Benchelh het huis in haar pyjama heeft verlaten. Dit gelooft het hof niet omdat er sprake was van guur winterweer. Ook vinden de rechters dit onaannemelijk omdat de vrouw haar jonge zoon nooit zou achterlaten omdat ze gek op hem was.
Het Openbaar Ministerie had een celstraf van vijftien jaar geëist, gelijk aan het vonnis van de rechtbank in Groningen in 2019. Het hof vindt die straf passend, maar houdt rekening met nieuwe wetgeving rond de voorwaardelijke invrijheidstelling, die sinds 1 juli 2021 geldt. Om M. netto dezelfde celstraf op te leggen, komen de rechters nu uit op twaalf jaar. Zij brengen daarop een jaar in mindering vanwege de lange duur van de strafprocedure.
De rechtbank veroordeelde M. in 2019 bij verstek. Hij was in 2012 naar Marokko vertrokken, het geboorteland van Benchelh, samen met hun zoon. In juni van dit jaar kwam hij alsnog naar Nederland.