De prestaties van scholieren in het basis- en voortgezet onderwijs zijn vorig jaar, net als in eerdere jaren, teruggelopen. Deze trend zet nu al twintig jaar voort. Dat schrijft de Inspectie voor het Onderwijs in haar jaarlijkse rapport, de Staat van het Onderwijs.
De Inspectie somt een aantal trends op die ,,reden tot zorg’’ zijn. Zo is de afgelopen twee jaar het aantal kinderen dat aan het einde van de basisschool niet goed kan lezen gestegen. Ook ontwikkelt zich steeds minder toptalent.
Verder neemt de segregatie op sociaal-economisch vlak toe: kinderen van ouders met een hoger opleidingsniveau komen minder in contact met leeftijdgenootjes voor wie dit niet geldt. ,,Vooral academisch opgeleide ouders scheiden zich af’’, aldus het rapport. ,,Dit komt deels door woonsegregatie, maar ook doordat ouders kiezen voor eigen scholen.'' Etnische segregatie neemt wel af.
,,We moeten wel concluderen: door de jaren heen glijden de resultaten van het Nederlandse onderwijs af. Hier maak ik me echt zorgen om’’, schrijft inspecteur-generaal Monique Vogelzang. Onderwijs en overheden zouden beter samen moeten werken om de trend te keren, luidt het pleidooi van de Inspectie. ,,Te open overheidssturing leidt regelmatig tot vrijblijvendheid.’’
De Inspectie stipt ook een aantal positieve punten aan. Gemiddeld genomen komen leerlingen goed opgeleid van school. Daarnaast kunnen mensen in Nederland na hun opleiding relatief goed een baan vinden, vergeleken met andere landen.
Het ministerie van Onderwijs ziet ook dat de resultaten de afgelopen jaren zijn teruggelopen. Minister Arie Slob stipt daarbij aan dat bijna alle scholen wel het basisniveau halen, maar dat daardoor ,,de basiskwaliteit in veel gevallen het einddoel is geworden. Daar willen we ons niet bij neerleggen.’’
Voor leerlingen die goed kunnen leren, moet wat betreft het ministerie meer aandacht komen. Zij krijgen ,,nog steeds niet de uitdaging die ze nodig hebben’’, stelt het ministerie.