Prinses Margriet hoopt dat Invictus Games in 2022 doorgaan

Prinses Margriet vindt het ontzettend jammer dat ook dit jaar de Invictus Games in Den Haag niet kunnen doorgaan, met name voor de sporters en hun familieleden. Dat heeft de Rijksvoorlichtingsdienst namens haar laten weten aan het ANP. Prinses Margriet hoopt dat het evenement in 2022 alsnog kan doorgaan.

De prinses is sinds 2019 erevoorzitter van het Comité van Aanbeveling van de Haagse editie van de Invictus Games. Dat is een internationaal sportevenement voor militairen en veteranen die lichamelijk of psychisch gewond zijn geraakt. De Britse prins Harry is daarvan de initiatiefnemer en aanjager.

De Invictus Games zouden oorspronkelijk vorig jaar worden gehouden in het Zuiderpark in Den Haag. Vanwege de coronapandemie werd het evenement verplaatst naar eind mei van dit jaar. Dinsdag werd echter bekend dat opnieuw een verschuiving noodzakelijk was. De hoop is de Games nu in het voorjaar van 2022 te houden.

"Onze niet-aflatende missie is gebonden aan veerkracht en gemeenschap en die missie zal door blijven schijnen tussen nu en voorjaar 2022, wanneer we iedereen weer persoonlijk hopen te zien in Den Haag", aldus prins Harry in een boodschap. Düsseldorf, dat volgend jaar eigenlijk aan de beurt zou zijn, schuift daardoor ook een jaartje op.

De stichting achter het evenement liet dinsdag weten geen andere keuze te hebben dan de spelen uit te stellen omdat er te veel onzekerheden en risico's aan andere scenario's zouden zitten. Defensieminister Ank Bijleveld sprak van een bittere teleurstelling. "Jullie weten als geen ander dat de weg naar herstel vaak grillig en onvoorspelbaar is", zegt zij in een videoboodschap aan de deelnemers. "De weg uit de coronapandemie is dit ook en zorgt voor vele hobbels zoals deze."

Commandant der Strijdkrachten Rob Bauer sprak begrip uit voor de keuze van de stichting. "Dit is de juiste beslissing, om de gezondheid van iedereen rondom de spelen te kunnen waarborgen. Maar dat we er allemaal - wederom - begrip voor hebben, betekent nog niet dat we er niet van balen."