Ongeveer 50 procent van de kiesgerechtigden had woensdag om 17.45 uur zijn stem uitgebracht. Dat blijkt uit de tussentijdse opkomstcijfers van onderzoeksbureau Ipsos, waar de NOS en RTL Nieuws over schrijven. Twee uur eerder, om 15.45 uur, was de totale opkomst naar schatting 40 procent.
Met 50 procent is het huidige tussentijdse opkomstpercentage lager dan bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017, toen om 17.45 uur 55 procent van de kiesgerechtigden zijn stem had uitgebracht.
In 2021 waren er ook verkiezingen voor het parlement, maar toen waren de verkiezingen door corona verspreid over drie dagen en konden 70-plussers ook per brief stemmen. Daarom zijn de opkomstpercentages volgens Ipsos niet goed vergelijkbaar en legt het onderzoeksinstituut de cijfers van de huidige verkiezingen naast die van 2017.
In Almere had om 17.00 uur 38 procent gestemd, laat een woordvoerder van de gemeente weten. Almere had bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen in 2021 een opkomstpercentage van 71,4 procent, een van de laagste opkomstcijfers in het land. De Flevolandse gemeente had daarom maatregelen genomen. Zo zijn er extra stembureaus en hebben 18-jarigen die voor het eerst mogen stemmen een ansichtkaart gekregen van de burgemeester.
In Apeldoorn had om 17.00 uur 48,6 procent van de kiesgerechtigden gestemd. In Vlissingen was de opkomst op dat tijdstip 49,5 procent. In Rotterdam had rond 17.30 uur iets meer dan 45 procent van de mensen gestemd. Tot dat tijdstip had in Breda 50 procent van de kiesgerechtigden zijn stem uitgebracht.
In Haarlem heeft meer dan de helft gestemd; de opkomstcijfers van 17.00 uur liggen daar op 51 procent. Ook in Tilburg heeft inmiddels een meerderheid van de kiesgerechtigden de gang naar het stembureau gemaakt: daar was de opkomst tot 18.00 uur respectievelijk 53,4 (Tilburg) en 61 procent (Assen), melden de gemeenten.