Jamel L. heeft aan het begin van zijn strafzaak over het doodsteken van een supermarktmedewerkster van een Albert Heijn in het centrum van Den Haag gezegd dat hij spijt heeft dat hij haar heeft gedood. "Ze was niet de persoon die ik moest hebben", zei de verdachte donderdag in de rechtbank in Den Haag. Zijn doelwit zou een beveiligingsmedewerker van de supermarkt zijn geweest, maar die was niet in de buurt.
"Ik ben niet de supermarkt ingegaan met het plan iemand neer te steken. Toen ik binnenkwam, kwamen allemaal nare gedachten naar boven", vertelde L. (57). Hij vroeg een vakkenvuller waar de messen lagen, koos een vleesmes uit en haalde al lopend het mes uit de verpakking. "Ik heb een mes gepakt en de daad gepleegd", bekende hij.
L. doodde Antoneta Gjokja (36) met meerdere messteken, maar ontkent met verheven en met boze stem dat het moord was, omdat een plan daarvoor ontbrak. Hij raakte "in de war" en handelde "in een impuls". "Het was geen stem die ik hoorde in mijn hoofd. Het kwade heeft de strijd gewonnen".
Het gebeurde op de broodafdeling, waar het slachtoffer werkte. "De broodafdeling was de kortste weg", verklaarde L. Hij handelde naar eigen zeggen uit wraak, mogelijk na een diefstal van een pak drinkyoghurt bij een ander filiaal van Albert Heijn in Zwijndrecht. Hij vond dat hij daarvoor onschuldig in de gevangenis heeft gezeten, waar hij dwangmedicatie kreeg toegediend. Hij zegt dat hij Gjokja niet kende.