Farmaceut Janssen moet een deel van de vaccindoses weggooien die in een fabriek in Baltimore zijn gemaakt. Die zijn niet geschikt voor gebruik, heeft de Amerikaanse toezichthouder FDA vrijdag naar buiten gebracht. De waakhond noemt geen aantallen, maar The New York Times meldt dat zo'n 60 miljoen doses in de prullenbak kunnen.
Een andere partij van Janssen is wel goedgekeurd. Die doses zijn gecontroleerd en kunnen worden toegediend in de Verenigde Staten. Ook mogen ze worden geëxporteerd naar andere landen. Ook hier noemt de FDA geen aantallen, maar volgens The New York Times zou het gaan om 10 miljoen doses. Andere partijen van Janssen worden nog onderzocht.
Janssen heeft de vaccindoses laten produceren door een fabriek van het bedrijf Emergent BioSolutions in de stad Baltimore. Die fabriek maakt ook het coronavaccin van concurrent AstraZeneca. Medewerkers hebben een ingrediënt van het AstraZeneca-vaccin in het vaccin van Janssen gestopt. Toen dat aan het licht kwam, mochten 100 miljoen doses Janssen en 70 miljoen doses AstraZeneca niet worden geleverd. De Amerikaanse overheid legde de fabriek stil en verbood de fabriek om het AstraZeneca-vaccin te produceren. Daarnaast kreeg Janssens moederbedrijf Johnson & Johnson de opdracht om de controle over de productie van zijn vaccin over te nemen.
Door de problemen loopt ook de vaccinatiecampagne in Nederland enkele weken vertraging op. Janssen kan minder vaccins leveren en daardoor duurt het in elk geval tot half juli voordat elke volwassene in Nederland de eerste prik heeft gehad.