Euthanasie is een veel besproken onderwerp, maar slechts een klein deel van de Nederlanders overlijdt door euthanasie, namelijk 4,5 procent. Dat betekent dat 95,5 procent op een andere manier sterft, aldus Suzanne van de Vathorst, hoogleraar kwaliteit van de laatste levensfase. “Gelukkig hebben we weinig ervaring met sterfbedden, maar dat maakt de dood wel ingewikkeld.”
We hebben geen idee wat we kunnen verwachten, noch over onze eigen dood, noch over de dood van onze ouders, partner of kinderen. “Wat ik merk, is dat de gedachte aan euthanasie een houvast biedt aan mensen. Je hebt dan toch nog een beetje de controle. Er wordt over gesproken en soms worden er afspraken gemaakt, ook al is het nog niet aan de orde. Dit geeft ons het gevoel dat we het in de hand hebben.”
Behandelverbod
Het valt tegen hoeveel mensen werkelijk op papier hebben geschreven wat ze willen. “Het is belangrijk dat mensen weten dat er een verschil is tussen een behandelverbod, eventueel op papier, en een euthanasieverklaring. Met een behandelverbod geef je aan welke behandelingen je wel en niet wilt en met welk doel, zoals reanimatie en chemokuren, maar ook wel of niet naar het ziekenhuis.”
Volgens Suzanne is het belangrijk dat mensen hierover nadenken. “Wat vind je belangrijk en wat wil je? Zet dit op papier voor het geval dat je zelf niet meer in staat bent om het te zeggen. Vervolgens is het belangrijk dat je dit bespreekt met je naasten, want zij zullen degenen zijn die het woord gaan doen als jij dat niet meer kan. Bespreek ook met je dokter wat je wilt en wat de afwegingen zijn om een bepaalde behandeling wel of niet te doen. Is je doel om zo lang mogelijk te leven of wil je liever tijdens je laatste levensfase minder ongemak, veroorzaakt door bepaalde behandelingen?”
“Het draait om de arts”
Een euthanasieverklaring is een verzoek, aldus Suzanne, en ook hier mag over nagedacht worden. “Stel jezelf de vraag of euthanasie een plaats heeft in je laatste levensfase en bespreek dit tijdig met je arts. Wil je euthanasie, maar wil je huisarts dit niet doen, moet je op zoek naar een andere arts. Dit kost tijd. Je hoeft niks op papier te hebben. Het draait om de arts, die moet een verslag van jullie gesprek op papier hebben.”
Een arts moet overtuigd zijn dat je ondraaglijk lijdt of dat er geen andere oplossingen zijn, vervolgt Suzanne. Je kan een getekende verklaring hebben, maar de arts is allesbepalend. “Veel Nederlanders denken dat we recht hebben op euthanasie, maar dat is niet zo. We hebben een wet die uitlegt onder welke omstandigheden artsen niet strafbaar zijn. Maar je hebt geen recht op euthanasie.”
“De dood is verschrikkelijk definitief”
Praten over de dood, daar zijn we wel goed in. “Maar juist in de persoonlijke voorbereiding en als de dood een concreet vooruitzicht op korte termijn is, daar zit ruimte voor verbetering. Het beangstigt en de dood is verschrikkelijk definitief. Als je gaat trouwen, kan je nog scheiden. Maar als je dood gaat, is er geen weg terug.”
Het vereist moed om met elkaar in gesprek te gaan, bijvoorbeeld met je ouders. Wat zou je willen en hoe zou je het willen? “Met name als het concreet wordt, is gelijk de grap uit het gesprek. We praten over de begrafenis en welke kist we willen, maar als het gaat over de behandelingsopties, wat we nog willen of hoe ver je wilt gaan, wordt het lastiger. Stel elkaar de vraag: wat maakt voor jou het leven de moeite waard? Dan kan je van daaruit kijken wat je vervolgens gaat doen om dat mogelijk te maken. Om die vraag te beantwoorden hoef je niet op sterven te liggen. Die vraag is nu ook belangrijk..”